Het is begonnen toen ik me stootte aan het keukenkastje. Ik had het natuurlijk gelijk achter me moeten sluiten, en dat doe ik normaal gesproken ook altijd. Nutella eruit, in een beweging naar links omdat ik daar de broodplank altijd heb staan, en met rechts sluit ik dan het kastje. Maar om de een of andere reden vergat ik nu mijn rechterarm uit te steken en toen ik me omdraaide om de boter te pakken, die dus rechts van het kastje in de koelkast staat, toen gebeurde het. Ik kreeg de punt tegen mijn voorhoofd. Grote bult, ja. Maar dat trok na een dag of vijf, zes wel weer weg, daar wil ik vanaf zijn. Toen is het begonnen, denk ik.
Dus ik dacht, ik vlieg nog even snel wat extra vaatwastabletten in, want dat ding dat staat wel drie, vier keer achter elkaar te draaien na zo'n weekend dat de kinderen thuis zijn geweest, maar in de AH XXL ging het helemaal mis. Ik liep naar het schap waar ze altijd liggen, maar daar lagen ze niet meer. In eerste instantie dacht ik nog, dat ze misschien de boel omgegooid hadden of zo, maar het onthardingszout stond er nog gewoon wel. Het klopte voor mijn gevoel gewoon niet. Ik ben wel zes, zeven keer het pad op en neer gelopen, ook onder en boven gekeken. Toen liep ik gelukkig zo'n vulploegmedewerker tegen het lijf. Eerst dacht ik dat hij boos was of zo, want ik deed het niet expres. Ik vroeg naar de sun en het stomme was dat het toch gewoon in het vak stond.
En met hardlopen had ik zo'n vreemd gevoel in mijn armen. Alsof ze heel zwaar werden. Zwaar en warm. Het zweet liep zo langs de binnenkant naar beneden. Nou transpireer ik wel vaker als ik me inspan, maar zo had ik het nog nooit meegemaakt. Het zijn allemaal van die kleine dingen, waaraan ik het begon te merken. Ik ben gewoon doorgelopen, want om nu gelijk alarm te slaan vind ik ook weer zo wat. Ik heb nog best lekker gelopen ook, hoor. Het was heel goed loopweer, niet te warm, maar ook niet te koud. Echt zo'n dag dat je een eind wil gaan rennen. Gewoon even kilometers maken. Ja. Ik denk dat ik zeker 8 a 10 kilometer gedaan heb. Met een kleine onderbreking omdat mijn linkerveter losging. Dat kwam volgens mij van het gras, dat stond namelijk best wel hoog al. Ik zal eens bellen of ze dat niet een keer willen maaien. De kinderen zien zo ook niet meer waar de poep ligt.
Wat niet alleen mij opvalt, maar anderen dus ook, is dat ik dan weer afval en dan weer aankom. Het schommelt zo tussen de 68 en de 75. Soms word ik daar wel moe van, moet ik je eerlijk zeggen. Ik ben al naar een voedingsconsulent geweest, hardstikke leuk mens hoor, echt een aanrader, maar die zei meneertje het hoort bij uw leeftijd. Ze had goede adviezen om gezonder te eten. Ik hoop echt dat ik dat volhoud. Ik zal trouwens wel moeten, want ik merk aan mijn bloeddruk dat die ook zo'n beetje heen en weer fladdert, tussen de 75 en de 85, onderdruk. Ook niets om me zorgen over te maken, volgens de consulente.
Maar dat bedoel ik niet. Ik zal wel moeten, omdat ik volgende maand niet voor paal wil staan bij de bedrijfskampioenschappen line dance. Vorig jaar zaten we bij de laatste dertien. Dat wil ik toch graag zo houden.
Wat volgens mij echt niet goed gaat is dat ik af en toe urine verlies. Ik heb dat vooral na de sex, dus. Ja, ik vind het ook wel genant, dat zeg ik je eerlijk, maar na druppen vind ik echt niet normaal. Dan kun je alles wel op mijn leeftijd schuiven. Ze vroegen zelfs of het in de familie zit, nou ja. En klaarkomen is ook niet meer wat het geweest is. Ik wil niet opscheppen of zo, maar in mijn jeugd kon ik wel 10, 12 keer per dag. Soms ook gewoon achter elkaar door, hoor, geen probleem. Nu pers ik er vaak met moeite nog geen halve eetlepel uit. Theelepel, sorry. Het ruikt ook anders dan vroeger, ik weet niet. Ikzelf bedoel ik dan. Niet vies of zo, dat niet, maar wel anders.
Zo probeerde ik laatst of ik het aantal levensdagen nog uit mijn hoofd kon berekenen. Dat lukte voor mijn verjaardag nog prima. Maar nu moest ik toch echt even op mijn vingers tellen. Ik kwam er wel uit hoor, daar niet van, maar je staat toch even raar te kijken. Het zijn er 13.140. Plus vijf natuurlijk. Wat me eraan herinnert dat ik over uiterlijk 3 dagen de belastingaangifte de duur uit moet hebben. Ik wist trouwens niet wat voor een gelazer dat geeft als je als executeur de aanslag over 11 erfgenamen moet verdelen. Ik kies er nu voor om de vermogensbelasting maar even uit eigen zak op te hoesten. Ik zag het er niet van komen dat ze alle 11 keurig op tijd gaan reageren. En dan eerst nog naar mij toe, en dan moet ik het weer doorsturen. Nee, dan liever maar even kort door de bocht. Trouwens, ze zouden het lang niet allemaal op kunnen brengen.
Maar het meest merkwaardig is dat mijn waarneming volkomen veranderd is. Zo zegt K. dat ze allerlei kleuren kan onderscheiden, maar ik zie ze niet. Ik zie gewoon niet. Godverdomme. Daar baal ik nog wel het meeste van. Dat je dat dan niet meer kunt delen, zeg maar. Nou vind ik het lang niet altijd mooi wat ze maakt, dat niet. Maar als je al niet eens meer kunt zien wat een ander wel ziet..Soms lig ik daar gewoon van wakker, weet je. Ligt zij lekker te slapen, en ik lig in het donker te staren. En ik zie dus niks. Zou ik al zo'n multifocus ding moeten? Wat denk je? Zelf zegt ze dat iedereen gewoon maar moet doen waar hij goed in is. Nou, dan weet ik het wel. Ik had laatst een zeer geslaagde meergranensalade. Erg goed gelukt, al zeg ik het zelf. En ik vind dat ook leuk om te doen, hoor. Jawel. Laat K. maar lekker kliederen, doe ik gewoon mijn ding.
Had ik al verteld dat de dokter niks kan vinden? Vind ik zelf onbegrijpelijk. Ik bedoel, ik weet wat ik voel, toch?
Namens velen,
uw kather
maandag 31 januari 2011
vrijdag 28 januari 2011
systemen; intermezzo
- Is het nu al weer zover?
- Voor mij kan het anders niet snel genoeg gaan!
- Maar jij bent ook zo zwaar, da's logisch..
- Dank je.
- Zo, wie hebben we daar?
- Is dat niet Maartje..
- ..met d'r kleine staartje, hi, hi!
- Vorig jaar liep je nog niet mee, dame.
- Nou wel!
- Rustig maar, we bedoelen het niet kleinerend of zo!
- Loop eens door daar vooraan!
- Dring eens niet zo daar achteraan!
- We komen allemaal aan de beurt, hoor!
- Als dat Jantien niet is, altijd stiekum voordringen!
- Laat gaan, joh, ze is ook weer snel van de machine af. Ze heeft toch haast niets hangen!
- Je hebt gelijk. Meiden, kom laten we zingen: Boer daar ligt een kip in 't water, Boer daar ligt een kip in 't water..
- Morgen.
- Ja.
- Wat ja?
- Jij ook goedemorgen.
- Ben je chagrijnig?
- Hoe zo?
- Nou, je doet kortaf, niet aardig..
- Ben jij ongesteld of zo?
- Waarom dat nou weer?
- Omdat je zo loopt te zeiken op de vroege ochtend!
- Sorry, hoor, ik wist niet dat je chagrijnig was..
- Hou je nou op?! Ik ben niet chagrijnig. Ik wil gewoon met rust gelaten worden!
- Ga dan in je eentje wonen..hoef je ook niet meer mijn tampons te jatten..
- O, ja! Wat jij niet allemaal van mij zogenaamd leent, en wat ik vervolgens nooit meer terug zie..
- Ik krijg trouwens nog een tientje van je.
- Waarvoor? Heb ik niet.
- Nee, jij hebt nooit wat! Wil je thee?
- Ja.
- Ik krijg het in de fractie waarschijnlijk wel rond, maar..
- Ik weet wat je wilt zeggen. Als ik je nu toezeg dat wij ons best zullen doen om de bezuinigingen in de zorg te marginaliseren..
- Ja, maar, eh, marginaliseren is mij nog te vaag..
- Okee, geen 20 procent maar 15 procent..
- Dan wordt het waarschijnlijk 18 procent. Dat schiet niet op.
- Goed, we zullen inzetten op 10 procent..
- Maar dan wil ik wel dat het rookverbod gehandhaafd blijft..
- Nee, dat kan niet hoor!
- Je doet je best maar. Anders stemmen we niet mee!
- Nou, okee dan, maar dan wil ik jullie onvoorwaardelijke steun bij onze integratieplannen..
- Wat denk jezelf? We lijken het wel oneens te zijn, maar ook wij weten sinds het vertrek van F. wat bedreiging is. Onze steun heb je!
- Nog een ding dan. Wij zouden wel graag zien dat de majesteit..
- Ja, gesnapt. Maar dat is wel een kwestie van geduld hebben.
- Tot vanavond dan.
- Ja, tot vanavond.
- Waar ben jij mee bezig?
- Nou, eh, gewoon..
- Ja?
- De opdracht, toch?
- Dat weet ik niet, dat moet je zelf bepalen. Vertel er eens wat over?
- Ja, eh, nou, ik dacht dat, eh, de entropie wel uitgebeeld kon worden door..
- Ik zie geen definitie!
- Maar dat komt nog hoor, echt, ik wou..
- Als je dit bij je toelating had laten zien, was je zonder meer geweigerd.
- Ja. Nou..eh..,nee, wacht even..ik ben dus niet geweigerd..
- Maar je moet je wel zorgen gaan maken..
- O, ja?
- Ja. Begrijp je iets niet?
- Eigenlijk niet nee. Eigenlijk snap ik er geen reet van, om het zo maar te zeggen. Ik bedoel: de een die steekt een veer in mijn hol dat ik zo lekker onconventioneel ben. En de volgende hamert op vormvastheid. Een derde meent dat ik een eigenzinnig palet hanteer, en weer een ander stelt dat ik op zou moeten donderen. Weet je wat? Ik krijg er zo onderhand zwaar het lazarus van! Jullie zoeken het maar uit met je zogenaamde ontwikkeling en je schijnvrijheid! Weet je wat ik doe? Nou, weet je wat ik doe?! Ik zie wel wat ik doe! Ja, dat ga ik doen! Gewoon wel zien! Wel zien waar het schip strand! Of niet. Ik flikker al die klerezooi op een hoop en...
werpt snippers in de lucht. vervolgens stilte.
- Wat doe je nu...?
- Dat zie je toch?! Niks!
- Geweldig...Arp of zo..ik weet niet..
- Nee, idioot, de tweede is mijn vader!
Ach, het leven is geen krentenbol, zou mijn broer zeggen.
Tot genoegen,
uw kather
- Voor mij kan het anders niet snel genoeg gaan!
- Maar jij bent ook zo zwaar, da's logisch..
- Dank je.
- Zo, wie hebben we daar?
- Is dat niet Maartje..
- ..met d'r kleine staartje, hi, hi!
- Vorig jaar liep je nog niet mee, dame.
- Nou wel!
- Rustig maar, we bedoelen het niet kleinerend of zo!
- Loop eens door daar vooraan!
- Dring eens niet zo daar achteraan!
- We komen allemaal aan de beurt, hoor!
- Als dat Jantien niet is, altijd stiekum voordringen!
- Laat gaan, joh, ze is ook weer snel van de machine af. Ze heeft toch haast niets hangen!
- Je hebt gelijk. Meiden, kom laten we zingen: Boer daar ligt een kip in 't water, Boer daar ligt een kip in 't water..
- Morgen.
- Ja.
- Wat ja?
- Jij ook goedemorgen.
- Ben je chagrijnig?
- Hoe zo?
- Nou, je doet kortaf, niet aardig..
- Ben jij ongesteld of zo?
- Waarom dat nou weer?
- Omdat je zo loopt te zeiken op de vroege ochtend!
- Sorry, hoor, ik wist niet dat je chagrijnig was..
- Hou je nou op?! Ik ben niet chagrijnig. Ik wil gewoon met rust gelaten worden!
- Ga dan in je eentje wonen..hoef je ook niet meer mijn tampons te jatten..
- O, ja! Wat jij niet allemaal van mij zogenaamd leent, en wat ik vervolgens nooit meer terug zie..
- Ik krijg trouwens nog een tientje van je.
- Waarvoor? Heb ik niet.
- Nee, jij hebt nooit wat! Wil je thee?
- Ja.
- Ik krijg het in de fractie waarschijnlijk wel rond, maar..
- Ik weet wat je wilt zeggen. Als ik je nu toezeg dat wij ons best zullen doen om de bezuinigingen in de zorg te marginaliseren..
- Ja, maar, eh, marginaliseren is mij nog te vaag..
- Okee, geen 20 procent maar 15 procent..
- Dan wordt het waarschijnlijk 18 procent. Dat schiet niet op.
- Goed, we zullen inzetten op 10 procent..
- Maar dan wil ik wel dat het rookverbod gehandhaafd blijft..
- Nee, dat kan niet hoor!
- Je doet je best maar. Anders stemmen we niet mee!
- Nou, okee dan, maar dan wil ik jullie onvoorwaardelijke steun bij onze integratieplannen..
- Wat denk jezelf? We lijken het wel oneens te zijn, maar ook wij weten sinds het vertrek van F. wat bedreiging is. Onze steun heb je!
- Nog een ding dan. Wij zouden wel graag zien dat de majesteit..
- Ja, gesnapt. Maar dat is wel een kwestie van geduld hebben.
- Tot vanavond dan.
- Ja, tot vanavond.
- Waar ben jij mee bezig?
- Nou, eh, gewoon..
- Ja?
- De opdracht, toch?
- Dat weet ik niet, dat moet je zelf bepalen. Vertel er eens wat over?
- Ja, eh, nou, ik dacht dat, eh, de entropie wel uitgebeeld kon worden door..
- Ik zie geen definitie!
- Maar dat komt nog hoor, echt, ik wou..
- Als je dit bij je toelating had laten zien, was je zonder meer geweigerd.
- Ja. Nou..eh..,nee, wacht even..ik ben dus niet geweigerd..
- Maar je moet je wel zorgen gaan maken..
- O, ja?
- Ja. Begrijp je iets niet?
- Eigenlijk niet nee. Eigenlijk snap ik er geen reet van, om het zo maar te zeggen. Ik bedoel: de een die steekt een veer in mijn hol dat ik zo lekker onconventioneel ben. En de volgende hamert op vormvastheid. Een derde meent dat ik een eigenzinnig palet hanteer, en weer een ander stelt dat ik op zou moeten donderen. Weet je wat? Ik krijg er zo onderhand zwaar het lazarus van! Jullie zoeken het maar uit met je zogenaamde ontwikkeling en je schijnvrijheid! Weet je wat ik doe? Nou, weet je wat ik doe?! Ik zie wel wat ik doe! Ja, dat ga ik doen! Gewoon wel zien! Wel zien waar het schip strand! Of niet. Ik flikker al die klerezooi op een hoop en...
werpt snippers in de lucht. vervolgens stilte.
- Wat doe je nu...?
- Dat zie je toch?! Niks!
- Geweldig...Arp of zo..ik weet niet..
- Nee, idioot, de tweede is mijn vader!
Ach, het leven is geen krentenbol, zou mijn broer zeggen.
Tot genoegen,
uw kather
donderdag 27 januari 2011
systemen; waarden en normen
U zou zich kunnen afvragen of de logica wel recht gedaan wordt, in deze hele vergelijking van natuurkundige systemen en sociaal-maatschappelijke. Strikt genomen leidt entropie in een natuurkundig systeem tot herstel van een zekere evenwichtspositie, en dus niet per definitie tot groei of ontwikkeling van het betreffende systeem. Ik heb het niet nodeloos complex willen maken door theorieen aan te slepen over entropie en groei. Ik verwijs hier slechts kortheidshalve naar het wiskundige begrip topologische entropie, waarmee niet-lineaire ontwikkelingen worden beschreven en naar catastrofe theorieen die worden toegepast in de psychodynamica en waarmee groei en ontwikkeling van individuen verklaard worden.
Na enige uitwijding over systemen in fysische zin, wil ik u nu graag meenemen langs een van de ueberexponenten van maatschappelijke systemen, en wel kaderstellende systemen, in de zin van waarden en normen. Omdat naar mijn mening dergelijke systemen in beginsel het meest regulerend werken ten aanzien van smens ontwikkeling en handel en wandel, vind ik dat ik er niet onderuit kom om ook hier een weinig bij stil te staan.
Waarden en normen dus nu. Mijn juridisch geweten leidt mij eerst naar ons rechtssysteem. Hoe komt zoiets tot stand, zit er enige systematiek in (uiteraard) en in hoeverre is er een relatie te bespeuren tussen rechtssysteem en entropie? Dat eerst maar even afgekloven en daarna op zoek naar het verband met artisticiteit.
Een rechtssysteem regelt rechten en plichten van de onderhorige individuen en organisaties. Het is bedoeld een ordenende functie te hebben. Van nature schijnt de mens ofwel zijn broeder op de vreten (homo homini lupus) ofwel te neigen naar sociale regulatie. Deze twee sluiten elkaar mijns inziens niet uit. Gelet op het niet te onderschatten aantal wolven onder ons, zijn weer andere Mitglieder der Gesellschaft zo wijs om paal en perk te stellen aan des eersten bewegingsvrijheid in overdrachtelijke, maar soms dus ook letterlijke zin.
Voor dergelijke regels putten wij uit het gewoonterecht, dat in eerste instantie niet schriftelijk is vastgelegd, en allerhande codificaties die elkaar in de eeuwen hebben opgevolgd. Daarnaast is de rechtspraak een bron van geregel, de jurisprudentie levert aldus eigenstandig haar bijdrage aan de ontwikkeling van waarden en normen.
Wereldwijd zijn er verschillende rechtssystemen te bewonderen. Zij worden wel onderscheiden naar de inliggende takken van sport, zoals daar zijn het civiel recht, staats- en bestuursrecht, belastingrecht, strafrecht en zo. Verdere verfijning kan worden gevonden in de principes die de verschillende rechtsonderdelen kenmerken. Ons strafrecht kent bijvoorbeeld geen juryrechtspraak, in de VS en VK is dat wel het geval.
Vermeldenswaard is dat de basis voor het Nederlandse rechtssysteem is bedacht door ene heer Montesquieu in de achtiende eeuw. Zie plaatje hierboven. Hij liet zich inspireren door oude Grieken en romeinen en keek met een half oog naar hoe wij het hier in de lage landen bestierden en vond toen dat het maar het beste is, als machten gescheiden zijn. Anders komen die wolven toch wel akelig dichtbij. Zo kennen wij de wetgevende macht (het volk, parlement), de rechtsprekende macht (onafhankelijk; voor het leven benoemd) en de uitvoerende macht (regering). En de wereld zou hebben stilgestaan als wij in de loop der twintigste eeuw daar niet een vierde macht aan hebben toegevoegd: de bureaucratie, ook wel vereenzelvigd met ambtenarij, zij het deels tenonrechte.
Er zit dus enig systeem in het ons omgevende kader van waarden en normen. Maar zit er ook een ontwikkeling in, die analoog verloopt met de systeemtheorie? En zo ja: welke relatie is er dan tussen de ontwikkeling van het rechtssysteem en de ontwikkelingen in de wereld van de kunst?
Ons rechtssysteem als zodanig is betrekkelijk solide: de trias politica, de grondwet - beiden hoekstenen die niet snel van hun plek zullen komen. Maar dat sluit een ontwikkeling op basis van entropische tendenzen niet uit. Onze grondwet waarin het huidige bestuurlijke systeem is vastgelegd, is van 1848, van Thorbecke, zie plaatje.
Eerder was er echter al sprake van constitutionele teksten, die onder invloed van oorlogen en crises leiden tot aanpassing. In 1814 vertrekken de Fransen uit ons land en wordt een eerste grondwet geschreven. In 1815 volgt een gedwongen eenwording met Belgie, die wederom om aanpassing van de grondwet vraagt. In 1830 is er de afscheiding van Belgie, dus maar weer een nieuwe grondwet gemaakt en in 1848 vindt zoals gezegd Thorbecke het tijd dat we ophouden met zaniken en bouwt hij zijn wet in de vorm van onze huidige grondwet.
Nu is het niet zo dat er na 1848 niets meer veranderd is; zelfs in 2008 vond er nog een grondwetswijziging plaats. Maar fundamenteel staat het huis van Thorbecke nog steeds. Opmerkelijk is wel dat bijvoorbeeld pas in 1922 het actief vrouwenkiesrecht werd gecodificeerd en dat bij de laatste grote wijzigingen van 1983 pas het huidige anti-discriminatie artikel en de algemene vrijheid van meningsuiting zijn vastgelegd. Ook de doodstraf is formeel pas uitgebannen sinds 1983.
Deze snelle panoramische blik op de basis van ons rechtssysteem leert ons, dat er inderdaad sprake is van een systematische ontwikkeling, maar dat deze ontwikkeling niet in hoofdzaak dramatisch-entropisch verloopt. Eerder zijn de politieke handelingen die resulteren in een grondwetswijziging het sluitstuk van een reeds langer woedende sociale strijd, in plaats van dat het rechtssysteem zelf door een dergelijke turbulentie gekenmerkt wordt.
Dringt zich ondertussen toch steeds duidelijker de vraag op waarom ik ook al weer niet meer in de juristerij wenste te vertoeven, maar heb gekozen voor kunst. Een onbewust proces van irritatie leidt tot onrust en vraagt om inlossing door bezinning op het creatieve.
Waar leidt maatschappelijke entropie tot artistieke uitspattingen die de waarden en normen significant beinvloeden? En heeft dit geleid tot wijzigingen in waarden en normen, met als uiteindelijke reflectie een wijziging in het rechsstelsel?
Laten we om te beginnen vaststellen, dat de dominante cultuur in de kunstwereld in de twintigste eeuw is bepaald door het dadaisme. Kunst bestond niet meer, kunst hief zichzelf volgens de die-hards op, anarchie is je ware, leve de irrationaliteit.
Het dadaisme komt op rond 1916 en sterft een vroege dood in 1920. Maar haar invloed is blijvend. Oorspronkelijk wordt het dadaisme geassocieerd met een verzet tegen de onzinnigheid van de eerste wereld oorlog, een politieke inspiratie dus. Je kunt denk ik zonder meer stellen, dat de kunstuitingen zoals het fietswiel of de pisbak van Duchamp, een ontwrichtende, entropie bevorderende uitwerking hadden in kunstkringen. Maar je kunt van Dada niet zeggen dat het systematische bedoelingen had, laat staan het rechtssysteem structureel wenste te beinvloeden. Daar was de stroming te anarchistisch voor. Het lijkt er nog het meeste op, dat Dada entropie op zichzelf als nastrevenswaardige grootheid beschouwt, ongeacht waar zij in uit zou kunnen monden. Dada was eerder reactief dan proactief, als het gaat om haar effect op de maatschappelijke constellatie.
Maar na Dada kwam het surrealisme op. Deze stroming was het logische gevolg van het dadaisme, in de zin dat het ook gericht was op ontkenning en vernietiging van het burgerlijke en in haar streven naar ontwrichting naadloos aansloot bij het dadaisme. Breton, die in 1924 het eerste surrealistisch manifest publiceerde, voerde de beweging aan. Het doel werd de onderbewuste wereld van de psyche toegankelijk te maken. In die zin is het surrealisme de uiterste consequentie van een politiek instabiel systeem: door de aandacht tot in het extreme te richten op individuele onbewuste ervaringen, werd via de kunst glashelder belicht dat een samenbindend element ontbrak in de samenleving en wat bovendien daar de gevolgen van waren voor de ingezetenen. De onheilspellende druk van de ontwrichte maatschappij wordt in mijn beleving prachtig tot uitdrukking gebracht door de Chirico. Zie plaatje hieronder: een schijnbaar alledaags tafereel, maar het belooft niet veel goeds, al was het alleen al vanwege de uitzichtloze verlatenheid die uit het werk spreekt.
Heeft de ontwrichtende werking van dadaistische en surrealistische kunst een effect gehad op de rechtsorde? Want naar dit verband tussen rechts- en kunstsysteem ben ik op zoek. Breton commiteert zich in eerste instantie aan het communisme: voor bevrijding van het proletariaat. Maar later neemt hij daar weer afstand van. En lang niet alle surrealisten volgen hem in zijn politiek engagement. Zo wordt het credo binnen de stroming er steeds meer een van artistieke, individuele vrijheid, zonder enige beperking, dus ook niet in de sfeer van de taboes of politieke opvattingen. Dali ging in die zin heel ver, door een schilderij van Hitler met hakenkruis te produceren en zich ter rechtvaardiging te beroepen op de artistieke vrijheid.
Het plaatje toont het Enigma van Hitler van Dali. Uiteindelijk moet ook Breton het artistieke gelijk van Dali erkennen. En zo hecht zich de opvatting van individuele vrijheid steeds sterker in de kunstwereld.
Dan maak ik nu een sprong: deze artistieke vrijheid heeft waarschijnlijk bijgedragen tot codificatie van allerlei individuele grondrechten! De sociale grondrechten, die de verhouding burger-staat vastleggen, zijn voor het eerst vastgelegd in de grondwetswijziging van 1922. Dat is weliswaar voorafgaand aan de bloei van de surrealisten, maar verfijning van deze rechten heeft in de verdere loop van de 20e eeuw plaatsgevonden. Het eerste verdrag waarin sociale grondrechten worden vastgelegd is pas van 1966.
Kunstenaars zijn in de loop van de 20e eeuw echter steeds meer pragmatische kunst gaan maken. Hierbij streven zij ernaar om door middel van de kunstuiting een directe en onmiddellijke verbetering van de sociaal zwakkere te bereiken. Sociaal zwakkere is daarbij een rekbaar begrip.
"Voorbeelden van dergelijke pragmatische kunst zijn er te over. Het kan gaan van het organiseren van een alternatief hotel in een multiculturele achterstandsbuurt om werkgelegenheid te creëren voor de plaatselijke bevolking en hen te empoweren; het opzetten van een project waarbij kinderen, te midden van de neoliberale herstructurering van hun buurt, hun eigen parkfaciliteiten kunnen ontwerpen; het ontwerpen van innovatieve bijgebouwtjes voor het verhelpen van ruimtetekort in onder-gesubsidieerde scholen; tot het creëren van een collectief monument voor de bewoners van een wijk die moet wijken voor een nieuwe projectontwikkeling." volgens de website van Bavo-research.
Tinkebell past ook in de reeks geengageerde, politieke invloed uitoefenende, direct werkbare kunstenaars.
Haar objecten van (voorheen) levende dieren zijn een aanklacht tegen de hypocrisie van de burgermens en proberen de belangen van de slachtoffers te verwoorden. Zie foto hieronder.
Als het gaat om de combinatie van kunstenaar en staatsman, moet ik echter bekennen dat die maar dun gezaaid zijn. Goethe is eigenlijk de enige die mij te binnen wil schieten. Janneke Brinkman is weliswaar politiek gelieerd, maar die gun ik toch geen plaats in de annalen der staatshervormers. Die is prima op haar plek in de Blokkerd,.
Dus: maatschappelijke entropie heeft geleid tot de ontwikkeling van entropische kunststromingen zoals dadaisme en surrealisme. De kunst volgt hier in wezen de maatschappelijke ontwikkelingen. Maar het omgekeerde geldt ook: kunst stuurt maatschappelijke ontwikkelingen en beinvloedt het rechtssysteem, door haar aanhoudende nadruk op individuele belangen en vrijheid!
Ad libitum.
uw kather
Na enige uitwijding over systemen in fysische zin, wil ik u nu graag meenemen langs een van de ueberexponenten van maatschappelijke systemen, en wel kaderstellende systemen, in de zin van waarden en normen. Omdat naar mijn mening dergelijke systemen in beginsel het meest regulerend werken ten aanzien van smens ontwikkeling en handel en wandel, vind ik dat ik er niet onderuit kom om ook hier een weinig bij stil te staan.
Waarden en normen dus nu. Mijn juridisch geweten leidt mij eerst naar ons rechtssysteem. Hoe komt zoiets tot stand, zit er enige systematiek in (uiteraard) en in hoeverre is er een relatie te bespeuren tussen rechtssysteem en entropie? Dat eerst maar even afgekloven en daarna op zoek naar het verband met artisticiteit.
Een rechtssysteem regelt rechten en plichten van de onderhorige individuen en organisaties. Het is bedoeld een ordenende functie te hebben. Van nature schijnt de mens ofwel zijn broeder op de vreten (homo homini lupus) ofwel te neigen naar sociale regulatie. Deze twee sluiten elkaar mijns inziens niet uit. Gelet op het niet te onderschatten aantal wolven onder ons, zijn weer andere Mitglieder der Gesellschaft zo wijs om paal en perk te stellen aan des eersten bewegingsvrijheid in overdrachtelijke, maar soms dus ook letterlijke zin.
Voor dergelijke regels putten wij uit het gewoonterecht, dat in eerste instantie niet schriftelijk is vastgelegd, en allerhande codificaties die elkaar in de eeuwen hebben opgevolgd. Daarnaast is de rechtspraak een bron van geregel, de jurisprudentie levert aldus eigenstandig haar bijdrage aan de ontwikkeling van waarden en normen.
Wereldwijd zijn er verschillende rechtssystemen te bewonderen. Zij worden wel onderscheiden naar de inliggende takken van sport, zoals daar zijn het civiel recht, staats- en bestuursrecht, belastingrecht, strafrecht en zo. Verdere verfijning kan worden gevonden in de principes die de verschillende rechtsonderdelen kenmerken. Ons strafrecht kent bijvoorbeeld geen juryrechtspraak, in de VS en VK is dat wel het geval.
Vermeldenswaard is dat de basis voor het Nederlandse rechtssysteem is bedacht door ene heer Montesquieu in de achtiende eeuw. Zie plaatje hierboven. Hij liet zich inspireren door oude Grieken en romeinen en keek met een half oog naar hoe wij het hier in de lage landen bestierden en vond toen dat het maar het beste is, als machten gescheiden zijn. Anders komen die wolven toch wel akelig dichtbij. Zo kennen wij de wetgevende macht (het volk, parlement), de rechtsprekende macht (onafhankelijk; voor het leven benoemd) en de uitvoerende macht (regering). En de wereld zou hebben stilgestaan als wij in de loop der twintigste eeuw daar niet een vierde macht aan hebben toegevoegd: de bureaucratie, ook wel vereenzelvigd met ambtenarij, zij het deels tenonrechte.
Er zit dus enig systeem in het ons omgevende kader van waarden en normen. Maar zit er ook een ontwikkeling in, die analoog verloopt met de systeemtheorie? En zo ja: welke relatie is er dan tussen de ontwikkeling van het rechtssysteem en de ontwikkelingen in de wereld van de kunst?
Ons rechtssysteem als zodanig is betrekkelijk solide: de trias politica, de grondwet - beiden hoekstenen die niet snel van hun plek zullen komen. Maar dat sluit een ontwikkeling op basis van entropische tendenzen niet uit. Onze grondwet waarin het huidige bestuurlijke systeem is vastgelegd, is van 1848, van Thorbecke, zie plaatje.
Eerder was er echter al sprake van constitutionele teksten, die onder invloed van oorlogen en crises leiden tot aanpassing. In 1814 vertrekken de Fransen uit ons land en wordt een eerste grondwet geschreven. In 1815 volgt een gedwongen eenwording met Belgie, die wederom om aanpassing van de grondwet vraagt. In 1830 is er de afscheiding van Belgie, dus maar weer een nieuwe grondwet gemaakt en in 1848 vindt zoals gezegd Thorbecke het tijd dat we ophouden met zaniken en bouwt hij zijn wet in de vorm van onze huidige grondwet.
Nu is het niet zo dat er na 1848 niets meer veranderd is; zelfs in 2008 vond er nog een grondwetswijziging plaats. Maar fundamenteel staat het huis van Thorbecke nog steeds. Opmerkelijk is wel dat bijvoorbeeld pas in 1922 het actief vrouwenkiesrecht werd gecodificeerd en dat bij de laatste grote wijzigingen van 1983 pas het huidige anti-discriminatie artikel en de algemene vrijheid van meningsuiting zijn vastgelegd. Ook de doodstraf is formeel pas uitgebannen sinds 1983.
Deze snelle panoramische blik op de basis van ons rechtssysteem leert ons, dat er inderdaad sprake is van een systematische ontwikkeling, maar dat deze ontwikkeling niet in hoofdzaak dramatisch-entropisch verloopt. Eerder zijn de politieke handelingen die resulteren in een grondwetswijziging het sluitstuk van een reeds langer woedende sociale strijd, in plaats van dat het rechtssysteem zelf door een dergelijke turbulentie gekenmerkt wordt.
Dringt zich ondertussen toch steeds duidelijker de vraag op waarom ik ook al weer niet meer in de juristerij wenste te vertoeven, maar heb gekozen voor kunst. Een onbewust proces van irritatie leidt tot onrust en vraagt om inlossing door bezinning op het creatieve.
Waar leidt maatschappelijke entropie tot artistieke uitspattingen die de waarden en normen significant beinvloeden? En heeft dit geleid tot wijzigingen in waarden en normen, met als uiteindelijke reflectie een wijziging in het rechsstelsel?
Laten we om te beginnen vaststellen, dat de dominante cultuur in de kunstwereld in de twintigste eeuw is bepaald door het dadaisme. Kunst bestond niet meer, kunst hief zichzelf volgens de die-hards op, anarchie is je ware, leve de irrationaliteit.
Het dadaisme komt op rond 1916 en sterft een vroege dood in 1920. Maar haar invloed is blijvend. Oorspronkelijk wordt het dadaisme geassocieerd met een verzet tegen de onzinnigheid van de eerste wereld oorlog, een politieke inspiratie dus. Je kunt denk ik zonder meer stellen, dat de kunstuitingen zoals het fietswiel of de pisbak van Duchamp, een ontwrichtende, entropie bevorderende uitwerking hadden in kunstkringen. Maar je kunt van Dada niet zeggen dat het systematische bedoelingen had, laat staan het rechtssysteem structureel wenste te beinvloeden. Daar was de stroming te anarchistisch voor. Het lijkt er nog het meeste op, dat Dada entropie op zichzelf als nastrevenswaardige grootheid beschouwt, ongeacht waar zij in uit zou kunnen monden. Dada was eerder reactief dan proactief, als het gaat om haar effect op de maatschappelijke constellatie.
Maar na Dada kwam het surrealisme op. Deze stroming was het logische gevolg van het dadaisme, in de zin dat het ook gericht was op ontkenning en vernietiging van het burgerlijke en in haar streven naar ontwrichting naadloos aansloot bij het dadaisme. Breton, die in 1924 het eerste surrealistisch manifest publiceerde, voerde de beweging aan. Het doel werd de onderbewuste wereld van de psyche toegankelijk te maken. In die zin is het surrealisme de uiterste consequentie van een politiek instabiel systeem: door de aandacht tot in het extreme te richten op individuele onbewuste ervaringen, werd via de kunst glashelder belicht dat een samenbindend element ontbrak in de samenleving en wat bovendien daar de gevolgen van waren voor de ingezetenen. De onheilspellende druk van de ontwrichte maatschappij wordt in mijn beleving prachtig tot uitdrukking gebracht door de Chirico. Zie plaatje hieronder: een schijnbaar alledaags tafereel, maar het belooft niet veel goeds, al was het alleen al vanwege de uitzichtloze verlatenheid die uit het werk spreekt.
Heeft de ontwrichtende werking van dadaistische en surrealistische kunst een effect gehad op de rechtsorde? Want naar dit verband tussen rechts- en kunstsysteem ben ik op zoek. Breton commiteert zich in eerste instantie aan het communisme: voor bevrijding van het proletariaat. Maar later neemt hij daar weer afstand van. En lang niet alle surrealisten volgen hem in zijn politiek engagement. Zo wordt het credo binnen de stroming er steeds meer een van artistieke, individuele vrijheid, zonder enige beperking, dus ook niet in de sfeer van de taboes of politieke opvattingen. Dali ging in die zin heel ver, door een schilderij van Hitler met hakenkruis te produceren en zich ter rechtvaardiging te beroepen op de artistieke vrijheid.
Het plaatje toont het Enigma van Hitler van Dali. Uiteindelijk moet ook Breton het artistieke gelijk van Dali erkennen. En zo hecht zich de opvatting van individuele vrijheid steeds sterker in de kunstwereld.
Dan maak ik nu een sprong: deze artistieke vrijheid heeft waarschijnlijk bijgedragen tot codificatie van allerlei individuele grondrechten! De sociale grondrechten, die de verhouding burger-staat vastleggen, zijn voor het eerst vastgelegd in de grondwetswijziging van 1922. Dat is weliswaar voorafgaand aan de bloei van de surrealisten, maar verfijning van deze rechten heeft in de verdere loop van de 20e eeuw plaatsgevonden. Het eerste verdrag waarin sociale grondrechten worden vastgelegd is pas van 1966.
Kunstenaars zijn in de loop van de 20e eeuw echter steeds meer pragmatische kunst gaan maken. Hierbij streven zij ernaar om door middel van de kunstuiting een directe en onmiddellijke verbetering van de sociaal zwakkere te bereiken. Sociaal zwakkere is daarbij een rekbaar begrip.
"Voorbeelden van dergelijke pragmatische kunst zijn er te over. Het kan gaan van het organiseren van een alternatief hotel in een multiculturele achterstandsbuurt om werkgelegenheid te creëren voor de plaatselijke bevolking en hen te empoweren; het opzetten van een project waarbij kinderen, te midden van de neoliberale herstructurering van hun buurt, hun eigen parkfaciliteiten kunnen ontwerpen; het ontwerpen van innovatieve bijgebouwtjes voor het verhelpen van ruimtetekort in onder-gesubsidieerde scholen; tot het creëren van een collectief monument voor de bewoners van een wijk die moet wijken voor een nieuwe projectontwikkeling." volgens de website van Bavo-research.
Tinkebell past ook in de reeks geengageerde, politieke invloed uitoefenende, direct werkbare kunstenaars.
Haar objecten van (voorheen) levende dieren zijn een aanklacht tegen de hypocrisie van de burgermens en proberen de belangen van de slachtoffers te verwoorden. Zie foto hieronder.
Als het gaat om de combinatie van kunstenaar en staatsman, moet ik echter bekennen dat die maar dun gezaaid zijn. Goethe is eigenlijk de enige die mij te binnen wil schieten. Janneke Brinkman is weliswaar politiek gelieerd, maar die gun ik toch geen plaats in de annalen der staatshervormers. Die is prima op haar plek in de Blokkerd,.
Dus: maatschappelijke entropie heeft geleid tot de ontwikkeling van entropische kunststromingen zoals dadaisme en surrealisme. De kunst volgt hier in wezen de maatschappelijke ontwikkelingen. Maar het omgekeerde geldt ook: kunst stuurt maatschappelijke ontwikkelingen en beinvloedt het rechtssysteem, door haar aanhoudende nadruk op individuele belangen en vrijheid!
Ad libitum.
uw kather
maandag 24 januari 2011
systemen; van groot naar klein III
Ik heb het gevoel dat ik u nog in ieder geval 1 aflevering in de serie Systemen; van groot naar klein schuldig ben en dat betreft het fenomeen entropie.
Want als in de hiervoor beschreven systemen geen duidelijk herkenbare tekenen van chaos waarneembaar zijn, laat staan een artistieke reflectie die hier mee samenhangt, dan gelden de Wetten van de Artistiek Dynamica niet.
Nu kan ik mij er makkelijk vanaf maken, en als volgt redeneren:
Als A, dan B
C = A
Als C, dan ook B
Oftewel:
Alle systemen hebben een inherente entropie (tweede Wet Thermodynamica; die ga ik hier dus niet bewijzen)
Maatschappelijke systemen zijn ook systemen
Maatschappelijke systemen kennen dus een inherente entropie.
Maar deze koude formules leveren toch een onaangenaam gevoel. Dus voort!
En uiteraard voert onze boemel der beuzelarijen weer langs lieflijke landschapjes waar de voorbeeldjes voor het plukken staan.
Zo meent Paul de Blot, hoogleraar bussiness spiritualiteit in Nijenrode, dat een verandering in de economische constellatie haalbaar wordt als we ons eerst bewust worden van de eigen rijkdom en verworvenheden. Hij stelt dus dat verandering in het economisch systeem afhankelijk is van individueel bewustworden. Hij haalt de schuchtere tendens onder topmanagers aan om genoegen te nemen met minder salaris of anderszins af te zien van emolumenten. Ik zet de teller op 1: dit voorbeeld scoor ik als bewijs voor entropie in het systeem van economische marktwerking. Kan Roodkapje nog meer bloemies vinden of ben ik reeds verslonden door de wilde wolven?
Ik herinner mij ene meneer Maslov. Hij bouwde een pyramide die de ontwikkelingsfasen van het menselijk individu beschrijft. In opklimmende volgorde van belangrijkheid ziet dit er als volgt uit: vervulling van fysieke behoeften, veiligheid, saamhorigheid, eigenwaarde en op de top van de pyramide staat zelfactualisatie. Een mens beweegt volgens Maslov van de ene laag van de pyramide naar de volgende, als voldoende is tegemoet gekomen aan de erdoor vertegenwoordigde levensbehoefte. Ik zet de teller alvast op 2: hierin kunnen we de thermodynamica in herkennen. Namelijk: gedreven door endogene energie zal een individu diens fysieke behoeften en vervolgens diens behoefte aan veiligheid en zo verder willen inlossen. Op het toppunt van fysieke entropie gaat hij of zij namelijk eten, op het toppunt van behoefte aan veiligheid zal hij of zij vluchten, vechten of capituleren enzovoort. Waardoor het fysiologische systeem dan wel het veiligheidssysteem en zo verder tot relatieve rust gebracht wordt, maar tevens het volgende systeem in beweging brengt om de volgende behoefte te bevredigen. Plausibel, hoop ik.
We plukken nog 1 ruiker en dan vind ik het wel weer genoeg.
De Franse Revulotie van 1789 e.v. is wat mij betreft ook een symbool van maatschappelijke entropie en de inlossing daarvan op een ander, vermeend hoger niveau. Diverse bevolkingsgroepen lagen structureel met elkaar overhoop. De adel was in staat om het negetieve volkssentiment richting de koning om te buigen. En daar kwam Napoleon die, gebruikmakend van de chaos, de republiek uitriep. Volgens sommigen speelde hier de staatsschuld nog een grote rol in, maar anderen ontkennen dat weer, omdat niet in alle landen die toen een staatsschuld hadden dergelijke revolutionaire ontwikkelingen plaatsvonden. De teller staat op 3.
Maar dan nu: is er, zoals ik beweerde, een noodzakelijke relatie tussen dergelijke maatschappelijk-entropische verschijnselen en kunstzinnige uitingen? Helpen die kunstzinnige uitingen mee om de entropische toestand asap in te lossen en naar een hoger plan te tillen?
Wat een geluk dat de Franse Revolutie wat dat betreft zo'n aardig voorbeeld blijkt te zijn! Want in het tijdperk van revoluties, de achtiende eeuw, gingen maatschappelijke omwentelingen hand in hand met turbulentie in de kunststromingen. De verwende bourgeoisie, een kliek die de aandacht had weten te trekken ten tijde van de revolutie, vond een projectiescherm in de doeken van de impessionisten, die kunsten vertoonden die niet eerder gezien waren. De impressionisten verbeeldden het bourgeois gevoel van genoeglijkheid, vredigheid, harmonie en slaperigheid, waarnaar men in dien roerigen tijden kennelijk zo naar hunkerde. Maar het impressionisme zou geen uiting van maatschappelijk entropie zijn, als het zichzelf niet zou opheffen en overgaan in een ander, mogelijk dus "hoger", systeem der schone kunsten. En jawel hoor: de impressionisten wekten aan het eind van de negentiende eeuw een dusdanige jeuk, dat de expressionisten ontwaakten, en de dadaisten, en de surrealisten en zo nog meer..
U ziet: er is zelfs na drie afleveringen over systemen geen vuiltje aan de wetmatige lucht: de drie geformuleerde wetten van de Artistiek Dynamica houden ongeschonden stand. Ik ben weer dik tevreden.
Hoe het nu zit met de invloed van waarden en normen en hoe individuele entropie in banen te leiden valt, verneemt u hierna van mij.
Voor de leuk plak ik nog een plaatje erbij: het betreft een hefboominstallatie waarmee in vroeger tijden uien werden geschild en die later door ene Duchamp, M. is voorzien van het etiket J.Pleur, 1917.
Dulce est desipere in loco.
Uw kather
Want als in de hiervoor beschreven systemen geen duidelijk herkenbare tekenen van chaos waarneembaar zijn, laat staan een artistieke reflectie die hier mee samenhangt, dan gelden de Wetten van de Artistiek Dynamica niet.
Nu kan ik mij er makkelijk vanaf maken, en als volgt redeneren:
Als A, dan B
C = A
Als C, dan ook B
Oftewel:
Alle systemen hebben een inherente entropie (tweede Wet Thermodynamica; die ga ik hier dus niet bewijzen)
Maatschappelijke systemen zijn ook systemen
Maatschappelijke systemen kennen dus een inherente entropie.
Maar deze koude formules leveren toch een onaangenaam gevoel. Dus voort!
En uiteraard voert onze boemel der beuzelarijen weer langs lieflijke landschapjes waar de voorbeeldjes voor het plukken staan.
Zo meent Paul de Blot, hoogleraar bussiness spiritualiteit in Nijenrode, dat een verandering in de economische constellatie haalbaar wordt als we ons eerst bewust worden van de eigen rijkdom en verworvenheden. Hij stelt dus dat verandering in het economisch systeem afhankelijk is van individueel bewustworden. Hij haalt de schuchtere tendens onder topmanagers aan om genoegen te nemen met minder salaris of anderszins af te zien van emolumenten. Ik zet de teller op 1: dit voorbeeld scoor ik als bewijs voor entropie in het systeem van economische marktwerking. Kan Roodkapje nog meer bloemies vinden of ben ik reeds verslonden door de wilde wolven?
Ik herinner mij ene meneer Maslov. Hij bouwde een pyramide die de ontwikkelingsfasen van het menselijk individu beschrijft. In opklimmende volgorde van belangrijkheid ziet dit er als volgt uit: vervulling van fysieke behoeften, veiligheid, saamhorigheid, eigenwaarde en op de top van de pyramide staat zelfactualisatie. Een mens beweegt volgens Maslov van de ene laag van de pyramide naar de volgende, als voldoende is tegemoet gekomen aan de erdoor vertegenwoordigde levensbehoefte. Ik zet de teller alvast op 2: hierin kunnen we de thermodynamica in herkennen. Namelijk: gedreven door endogene energie zal een individu diens fysieke behoeften en vervolgens diens behoefte aan veiligheid en zo verder willen inlossen. Op het toppunt van fysieke entropie gaat hij of zij namelijk eten, op het toppunt van behoefte aan veiligheid zal hij of zij vluchten, vechten of capituleren enzovoort. Waardoor het fysiologische systeem dan wel het veiligheidssysteem en zo verder tot relatieve rust gebracht wordt, maar tevens het volgende systeem in beweging brengt om de volgende behoefte te bevredigen. Plausibel, hoop ik.
We plukken nog 1 ruiker en dan vind ik het wel weer genoeg.
De Franse Revulotie van 1789 e.v. is wat mij betreft ook een symbool van maatschappelijke entropie en de inlossing daarvan op een ander, vermeend hoger niveau. Diverse bevolkingsgroepen lagen structureel met elkaar overhoop. De adel was in staat om het negetieve volkssentiment richting de koning om te buigen. En daar kwam Napoleon die, gebruikmakend van de chaos, de republiek uitriep. Volgens sommigen speelde hier de staatsschuld nog een grote rol in, maar anderen ontkennen dat weer, omdat niet in alle landen die toen een staatsschuld hadden dergelijke revolutionaire ontwikkelingen plaatsvonden. De teller staat op 3.
Maar dan nu: is er, zoals ik beweerde, een noodzakelijke relatie tussen dergelijke maatschappelijk-entropische verschijnselen en kunstzinnige uitingen? Helpen die kunstzinnige uitingen mee om de entropische toestand asap in te lossen en naar een hoger plan te tillen?
Wat een geluk dat de Franse Revolutie wat dat betreft zo'n aardig voorbeeld blijkt te zijn! Want in het tijdperk van revoluties, de achtiende eeuw, gingen maatschappelijke omwentelingen hand in hand met turbulentie in de kunststromingen. De verwende bourgeoisie, een kliek die de aandacht had weten te trekken ten tijde van de revolutie, vond een projectiescherm in de doeken van de impessionisten, die kunsten vertoonden die niet eerder gezien waren. De impressionisten verbeeldden het bourgeois gevoel van genoeglijkheid, vredigheid, harmonie en slaperigheid, waarnaar men in dien roerigen tijden kennelijk zo naar hunkerde. Maar het impressionisme zou geen uiting van maatschappelijk entropie zijn, als het zichzelf niet zou opheffen en overgaan in een ander, mogelijk dus "hoger", systeem der schone kunsten. En jawel hoor: de impressionisten wekten aan het eind van de negentiende eeuw een dusdanige jeuk, dat de expressionisten ontwaakten, en de dadaisten, en de surrealisten en zo nog meer..
U ziet: er is zelfs na drie afleveringen over systemen geen vuiltje aan de wetmatige lucht: de drie geformuleerde wetten van de Artistiek Dynamica houden ongeschonden stand. Ik ben weer dik tevreden.
Hoe het nu zit met de invloed van waarden en normen en hoe individuele entropie in banen te leiden valt, verneemt u hierna van mij.
Voor de leuk plak ik nog een plaatje erbij: het betreft een hefboominstallatie waarmee in vroeger tijden uien werden geschild en die later door ene Duchamp, M. is voorzien van het etiket J.Pleur, 1917.
Dulce est desipere in loco.
Uw kather
zondag 23 januari 2011
systemen; van groot naar klein II
In mijn vorige verhaaltje poneerde ik twee Wetten van de Artistieke Dynamica. De eerste is dat de innerlijke chaos van de kunstenaar leidt tot zijn of haar producties en dat die producties op hun beurt de entropie van hun omgeving vergroten. De tweede wet is waarschijnlijk wat ingewikkelder te benoemen en te verklaren, vandaar dat ik daar nu op terug kom.
Die tweede Wet van de Artistieke Dynamica luidt volgens mijn bescheiden opvatting, dat systemen waarin kunst de vertolker van entropie is, gerelateerde systemen zullen beinvloeden waar kunst die rol niet heeft. En dan wederom in de zin van verhogen van de entropie van het te beinvloeden systeem.
De eerste moeilijkheid die zich ten aanzien van deze vrolijke bewering aandient, is dat u zich wellicht afvraagt over welke systemen we het in godsnaam hebben, waar kunst al dan niet een entropie-verwoordende rol speelt. Is, zo vraagt u terecht, niet ieder systeem in onze westerse maatschappij onderheving aan kunstzinnige uitingen? En geldt dat wellicht ook niet in het bijzondere voor expressievere culturen buiten onze westerse? Geldt dat dus gewoon niet altijd? Wat moeten wij ons dan nog voorstellen bij een maatschappelijk systeem dat niet door kunst wordt beschreven dan wel beinvloed?
Ja. Ik kan nu natuurlijk in mijn grenzeloze arrogantie gaan roepen dat u niet moet zeuren (een wet is een wet en daarmee uit), maar tegelijkertijd vind ik dat u toch wel een punt heeft (bovendien heb ik die verrekte wetten zelf in het leven geroepen, dus laat je nu maar eens van je democratische kant zien, poepjurist). Dus: aan mij de taak om me te verdiepen in de relatie kunst - systeem en de relatie kunstsysteem - kunstloossysteem.
Eerst een kleine, niet limitatieve brainstorm. Met welke systemen krijgen wij zo ongeveer in hoofdlijnen te maken in dit aardse tranendal? Geboorte: zorgsysteem; opgroeien: schoolsysteem; gezondheid en andere levensrisico's: verzekeringssysteem; investeren: kapitaalsysteem; werken: arbeidsmarktsysteem; carriere: paternalistisch systeem; protesteren: feministisch systeem; liefhebben en eventueel voortplanten: hormoonsysteem; sterven: taboe-systeem. En daar zijn nog allerhande verfijningen en tussenvoegsels bij te bedenken, maar ik ben ook maar een mens..
Nu ben ik de overtuiging toegedaan, dat al deze systemen, zelfs het meest abstracte, namelijk het kapitaalmarktsysteem, op de een of andere manier door artisticiteit worden bepaald. Artistiek in creatief, scheppende zin en niet in de zin van conformisme aan de heersende trend.
Voorbeelden? Zorgsysteem: kunst over rolverdeling pappa's en mamma's - komt overal voor, zie foto 3. Schoolsysteem: Brick in the Wall. Verzekeringssysteem: Even Apeldoorn Bellen als nationale pech-kreet. Kapitaalsysteem: het euro-teken is een weldoordacht samenbindend symbool dat ontworpen is naar analogie van het dollar- en pondteken en waarvan de bedenkers hopen dat de gehele europese goegemeente het kan natkenen dan wel zich erin herkent. Het moet stabiliteit en estheticiteit uitdrukken (echt waar!). Arbeidsmarktsysteem: zowel de PvdA als Groenlinks streven naar maximale deelname van het arbeidspotentieel. Hierbij wordt gebruik gemaakt van pakkende logo's zoals de socialistische vuist en de groene portemonnee - desing dus. Nou - van paternalisme en feminisme liep de kunst in de jaren 70 over na de tweede feministische golf, zie foto's 1 en 2 van Judy Chicago. En kunst over liefde, sex en kinderen is al helemaal niet over het hoofd te zien. Dan hebben we nog te maken met een aantal taboe-systemen, waaronder het taboe rond sterven. Maar ook daar is de kunst niet meer weg te denken, denk maar aan oude vanitasschilderijen of hedendaagse design-coffins.
Ik zou dus beter kunnen beweren dat de tweede Wet van de Artistieke Dynamica een relatieve is: daar waar systemen relatief weinig worden beinvloed door de kunsten, zullen zij zich ontwikkelen naar een grotere artisticiteit onder invloed van systemen die wel in belangrijke mate artistiek beschreven zijn.
Het wordt in mijn beleving hoe langer hoe onduidelijker. Maar weer een voorbeeld bedacht: het gort-droge, maar tevens geil-natte kapitaalmarktsysteem is niet bij uitsek een systeem dat door artistieke invallen wordt gedomineerd. Intellectuele erupties daargelaten. Volgens de tweede wet zou dit systeem dus beinvloed worden door bijvoorbeeld een bij uitstek artistiek veld als het kunstonderwijs. (Ik kies hier natuurlijk niet zomaar een voorbeeld, nee, ik wil hier iets mee). En wie schetst onze verbazing: er bestaat een opleiding aan de Utrechtse Hogeschool der Kunsten onder de swingende naam Kunst en Economie. Zie je wel: het bloed kruipt waar het niet gaan kan.
Dat betekent dat ik alles bij elkaar genomen ondertussen toe ben aan de derde, holistische Wet van de Artistieke Dynamica: kunst beinvloedt alle maatschappelijke systemen. (Verwacht u van mij nu geen wetenschappelijke bewijsvoering, dat zou flauw zijn.)Punt.
Mooi. Nu we dat weten, kan ik met een vrij gemoed de andere thema's in deze reeks gaan onderzoeken: de relatie tussen kunst en morele systemen en de relatie tussen artisticiteit en de psychologische systeemtheorie. En dan te bedenken dat dit alles in het kader van een interview plaatsvindt..
Wordt vervolgd.
Veni etinam.
uw kather
zaterdag 22 januari 2011
systemen; van groot naar klein
Geachte dames en heren,
in het kader van Voorbeeld 2011, een project van de KABK, waarbij docenten de nietsvermoedende passant een kijkje gunnen in hun proceskeukens, wil ik u een weining onderhouden over het fenomeen Systeem, althans een poging daartoe ondernemen. Voorbeeld 2011 heeft namelijk als thema Systemen meegekregen. Wat u in dit verband van mij verwachten kunt is een aantal bespiegelingen rond het genoemde thema en een interview met een van de goeroes van bij ons op school. Hoe gaan wij dit varkentje wassen? Ik neem u graag mee op een route langs diverse landschappen, waarbij het schaalniveau van macro tot micro zal ontwikkelen. Dit komt op het volgende neer: eerst confronteer ik u met wat ik, overigens mede door gebruikmaking van erkende gedachten op dit gebied, weet over het meest omvattende niveau waarop de systeemtheorie zich manifesteert: de tweede wet van de thermodynamica. Ja, ook ik moest even in de krochten van mijn brein afdalen, langs druipende wanden en over beschimmelde, smalle, lang niet betreden paadjes, en dat heeft geleid tot deze eerste verhandeling. Daarna neem ik u graag mee langs de platgetreden wegen van ons meest kaderstellende maatschappelijk systeem: de waarden en normen en in hoeverre daar nog enig zinnig systeem in te bespeuren valt. Vervolgens zoom ik in op de implicaties van de systeemtheorie op microniveau en poneer wat schetsen over systeemtherapie in het land der zielenknijperij. Kunst beoefenen is pijn lijden, nietwaar? En tot slot ga ik op zoek naar een, het systeem in de maagdelijke hof der Kunsten, dit mede aan de hand van observaties van een van de docenten. Ik verklap u alvast dat dat mijn eigen particuliere obeservaties zullen betreffen, die ik in de vorm van een interview aan u zal presenteren. Ik ga er dus nu al vanuit, dat ik in staat zal zijn en in de gelegenheid zal worden gesteld om een docent te betrappen op enige systematiek in diens dagelijks bestaan..
Dus: deel 1 in deze reeks betreft de systeemtheorie vanuit natuur-wetenschappelijk oogpunt; deel 2 gaat over het systeem van waarden en normen in ons warme samenzijn; deel 3 gaat over een beoogd systematische aanpak van de tobbende mensch en deel 4 is de eigenlijke bijdrage aan Voorbeeld 2011: een observatie van de systematiek van een docent in de kunsten, gericht op diens werkproces. Uiteraard zal ik bij de behandeling van al deze afzonderlijke onderwerpen steeds op zoek gaan naar een relatie met de beeldende kunsten, want anders heeft deze hele exercitie ueberhaupt geen zin, toch?
Nog even ademhalen, allemaal naar het toilet, kauwgom uit je mond, hier gaan we.
De systeemtheorie is een multi-disciplinaire theorie over systeembeschouwing van systemen in de natuur, wetenschap of maatschappij. Uitgangspunten zijn compexiteit en onderlinge afhankelijkheid van systemen en van de elementen binnen systemen. De systeemtheorie wordt toegepast binnen de cybernetica, de filosofie, organisatieleer, management, psychologie, economie en sociologie.
Moeten we natuurlijk ook even precies weten wat een systeem is:
in het kader van Voorbeeld 2011, een project van de KABK, waarbij docenten de nietsvermoedende passant een kijkje gunnen in hun proceskeukens, wil ik u een weining onderhouden over het fenomeen Systeem, althans een poging daartoe ondernemen. Voorbeeld 2011 heeft namelijk als thema Systemen meegekregen. Wat u in dit verband van mij verwachten kunt is een aantal bespiegelingen rond het genoemde thema en een interview met een van de goeroes van bij ons op school. Hoe gaan wij dit varkentje wassen? Ik neem u graag mee op een route langs diverse landschappen, waarbij het schaalniveau van macro tot micro zal ontwikkelen. Dit komt op het volgende neer: eerst confronteer ik u met wat ik, overigens mede door gebruikmaking van erkende gedachten op dit gebied, weet over het meest omvattende niveau waarop de systeemtheorie zich manifesteert: de tweede wet van de thermodynamica. Ja, ook ik moest even in de krochten van mijn brein afdalen, langs druipende wanden en over beschimmelde, smalle, lang niet betreden paadjes, en dat heeft geleid tot deze eerste verhandeling. Daarna neem ik u graag mee langs de platgetreden wegen van ons meest kaderstellende maatschappelijk systeem: de waarden en normen en in hoeverre daar nog enig zinnig systeem in te bespeuren valt. Vervolgens zoom ik in op de implicaties van de systeemtheorie op microniveau en poneer wat schetsen over systeemtherapie in het land der zielenknijperij. Kunst beoefenen is pijn lijden, nietwaar? En tot slot ga ik op zoek naar een, het systeem in de maagdelijke hof der Kunsten, dit mede aan de hand van observaties van een van de docenten. Ik verklap u alvast dat dat mijn eigen particuliere obeservaties zullen betreffen, die ik in de vorm van een interview aan u zal presenteren. Ik ga er dus nu al vanuit, dat ik in staat zal zijn en in de gelegenheid zal worden gesteld om een docent te betrappen op enige systematiek in diens dagelijks bestaan..
Dus: deel 1 in deze reeks betreft de systeemtheorie vanuit natuur-wetenschappelijk oogpunt; deel 2 gaat over het systeem van waarden en normen in ons warme samenzijn; deel 3 gaat over een beoogd systematische aanpak van de tobbende mensch en deel 4 is de eigenlijke bijdrage aan Voorbeeld 2011: een observatie van de systematiek van een docent in de kunsten, gericht op diens werkproces. Uiteraard zal ik bij de behandeling van al deze afzonderlijke onderwerpen steeds op zoek gaan naar een relatie met de beeldende kunsten, want anders heeft deze hele exercitie ueberhaupt geen zin, toch?
Nog even ademhalen, allemaal naar het toilet, kauwgom uit je mond, hier gaan we.
De systeemtheorie is een multi-disciplinaire theorie over systeembeschouwing van systemen in de natuur, wetenschap of maatschappij. Uitgangspunten zijn compexiteit en onderlinge afhankelijkheid van systemen en van de elementen binnen systemen. De systeemtheorie wordt toegepast binnen de cybernetica, de filosofie, organisatieleer, management, psychologie, economie en sociologie.
Moeten we natuurlijk ook even precies weten wat een systeem is:
Een systeem is een uit meerdere onderdelen bestaand stelsel, dat als geheel toegevoegde eigenschappen heeft, die de afzonderlijke elementen niet bezitten. Voorbeelden: periodiek systeem der elementen (scheikunde), muziek systeem (Schoenberg), thermodynamisch systeem.
Beide definities zijn min of meer gebaseerd op wat de Wikipedia ons te vertellen heeft. Dat kan natuurlijk nog veel exacter, heeft de definiant van systeemtheorie er bijvoorbeeld bewust rekening mee gehouden dat deze theorie ook van toepassing is op de interferrentie van systemen?, maar voorlopig kan ik er met mijn verhaal wel mee verder.
Oorspronkelijk komt het begrip Systeemtheorie uit de thermodynamica. Een tak van hobby uit de natuurkunde die zich bemoeit met het gedrag van deeltjes in omstandigheden van verschillende temperatuur. Hoe heter, hoe meer beweging van moleculen, daar komt het zo ongeveer op neer. De thermodynamica bestudeert de uitwisseling van energie tussen elementen van een systeem en tussen systemen onderling. Zo worden open systemen onderscheiden: vrijheid blijheid - je kunt er relatief ongehinderd in en weer uit; gesloten systemen: deze wisselen hooguit een beperkte hoeveelheid energie uit met hun omgeving, maar moeten overigens niets van enige nieuwlichterij weten; en geisoleerde systemen: daar is geen enkel contact mee mogelijk. Het zou op dit moment al een interessante vraag zijn, met wat voor een systeem de kunstwereld te vergelijken is: open -mag iedereen er wat mee? of gesloten: een elitair gebeuren dat qua diepgang is voorbehouden aan de ingevochten enkeling of zelfs geisoleerd: volstrekt van iedere omgeving los opererend, weliswaar geheel autonoom, maar ook volledig autarkisch. Wat denkt u? Ik kom hier later op terug.
Nu is het met die thermodynamische systemen ook nog eens een keer zo, dat die verondersteld worden een gemeenschappelijke neiging te vertonen. Namelijk de neiging om steeds ingewikkelder te worden en volgens bepaalde wetmatigheden op het hoogtepunt van complexiteit, ook wel chaos of entropie, te evolueren naar een hoger plan. Mooi, he? Kort door de bocht betekent dit, dat hoe groter de troep, hoe schoner de ontwikkeling. Ziet u wederom een verband met den beeldenden koensten? U kunt zich dit ook heel praktisch voorstellen aan de hand van de al eerder beloofde tweede hoofdwet van de Thermodynamica: als in een systeem entropie heerst, bijvoorbeeld stinkhitte, dan zal dat systeem ernaar neigen om tot innerlijke rust te geraken en wat van zijn warmteenergie geheel belangenloos met zijn omgeving delen. Maar belangenloos betekent niet kostenloos: waar het eerste systeem meer in balans komt, afkoelt dus, zal de omgeving meer entropisch worden: opwarmen dus. Gesnapt?
Wat kunnen wij, ambitieuze kunstenaars i.o. hiermee? Ik dacht zelf aan een Eerste Wet van de Artistieke Dynamica: ieder kunstwerk interfereert met zijn omgeving, en wel zodanig, dat de entropie die bij de maker aanleiding was tot het produceren van het kunstwerk afneemt, en de entropie in de omgeving van toeschouwers toeneemt. Een afgeleide van deze eerste Artistieke hoofdwet is de volgende Tweede Artistieke hoofdwet: systemen waarin kunst een uiting is van de inherente entropie, interfereren met systemen waar kunst niet die rol heeft en beinvloeden deze laatste systemen door toename van de endogene chaos. Ik ga er daarbij dus vanuit dat kunst onderdeel uitmaakt van open systemen en niet van geisoleerde systemen. Voorwaarde hierbij is wat mij betreft, dat de betreffende kunst ook daadwerkelijk getoond wordt aan een relatief open groep van toeschouwers, en niet in een of andere kluis aan de waarneming onttrokken wordt.
Zo. Of dit allemaal stand en steek houdt, valt nog te bezien. Daarover wijdt ik graag uit in volgende afleveringen in deze serie.
Maar laat ik eerst een kleine, niet marginale, bezinning uitvoeren op de implicaties van mijn stellingen.
In eerste instantie zullen de dogmatici onder u zich wellicht verheugen: de poorten naar alom verguisd academisme staan weer met gierende tochtwinden open! Hi, hi, via een achterdeur moeten we dus stiekum toch erkennen dat we leven in een door keiharde principes geregeerd bestaan, ja, ook in de kunst dus! Als de geformuleerde dynamische kunstwetten een relatie met de realiteit hebben, zou dit betekenen dat in het denken over kunst een tendens waarneembaar moet zijn van entropie en de opheffing daarvan. Anders gezegd: men denkt in een bepaalde tijd het wiel uitgevonden te hebben: zo moet het met kunst, zo maak je echte kunst. De gloed die hiervan afstraalt is voor de beleiders waarschijnlijk hoogst behaaglijk. Maar dan. In dit systeem van denken heerst onmiskenbaar een zekere entropie: opborrelende artistieke energie leidt tot vormen van expressie waar je bij wijze van spreken koud van zou kunnen worden. Academisme is meestal een betrekkelijk kort leven beschoren. Het functioneert als een tijdskarakeristiek en evolueert als het ware onder invloed van haar eigen innerlijke pressie vanzelf tot een denken in de kunst waarin meer ruimte voor vrije expressie wordt gezocht: het moet allemaal toch weer helemaal anders. Kunt u mij nog volgen?
Voorbeeld: de rechtgeaarde manieristen uit tweede helft van de zestiende eeuw, na hoog-Renaissance en voor Barok, meenden oprecht dat zij een noodzakelijke toevoeging pleegden op de verworvenheden van de klassieke Renaissance. Men dacht waarschijnlijk in kinderlijke naiviteit dat de (schilder-)kunst er beter van werd door meer aandacht te schenken aan eigen interpretatie door de kunstenaar, door meer beweging op het doek vast te leggen dan hun voorgangers deden, door de menselijke anatomie naar eigen inzicht letterlijk te verdraaien als dat zo uitkwam. Zij konden even waarschijnlijk niet bevroeden dat zij in de achtiende en negentiende eeuw om deze verworvenheden juist verguisd zouden worden, zouden worden geassocieerd met effectbejag en statische regels die de kunst zouden ontdoen van haar levendigheid en dynamiek.
Maar, ik schreef het al eerder, de geschiedenis herhaalt zich. Wat voor de manieristen gold, overkwam later bijvoorbeeld de impressionisten: beide stromingen zijn door opvolgers verwezen naar het rijk der prutsende peuters. Wat mij betreft kun je dat in de context van de systeemtheorie aldus verklaren: ieder systeem in de kunst ontwikkelt zich in entropie en evolueert daardoor tot een verondersteld hoger niveau. Eenmaal op dat hogere ontwikkelingsniveau aangeland, zullen de opvattingen omtrent kunst wederom onder invloed van verhit verdedigde stellingen omslaan in entropie en vervolgens evolueren tot een ander, wellicht opnieuw hoger niveau.
Ik vind dat ik hiermee netjes naar mijn eigen gelijk heb toe geredeneerd: de wetten van de thermodynamica zijn zonder twijfel te transponeren naar de genoemde Eerste en Tweede Wet van de Artistieke Dynamica. Q.E.D.
Bijgevoegd plaatje is van een tsjechisch kunstenaar David Cerny, die de EEG verbeeldde door de systemische relatie van de deelnemende landen op provocatieve wijze uit te drukken. Het document is Entropa genaamd, een samentrekking van Europa en Entropie. 't Is maar dat u het weet.
In een volgende aflevering ga ik eens kijken of er een relatie is tussen maatschappelijke dymamiek in de zin van ontwikkeling van waarden en normen, de jurist in mij is weer wakker, en een nabeeld daarvan in de kunst en vice versa. Dat is ook best leuk, hoor.
Dus graag tot dan.
Errare humanum est.
uw kather
maandag 10 januari 2011
Als voorlopig laatste aflevering in een serietje over Waterhouse, voel ik het als mijn verantwoordelijkheid om u enigszins te onderhouden over waartoe Waterhouse en diens club heeft geleid, om vervolgens de cirkel rond te breien en u nader te informeren over mijn eigen ambities.
Zoals eerder gemeld, werd Waterhouse samen met Millais, Hunt, Rosetti en Morris gerekend tot de pre-rafaelieten. Een groepje dwarsdenkers, dat dacht dat het goddelijke in de schilderkunst vooral van voor Rafael stamde. Rafael was, zoals u wellicht weet, een schilder uit het Italie van de 15e eeuw; hij leefde van 1483 tot 1529 om precies te zijn. Hoge Renaissance dus. Deze grote meester wordt wel tot het Idealisme gerekend (want zonder -isme geen erkenning). Dit is een stroming waarbij de beleiders beweren, dat de fysieke wereld ondergeschikt is aan de geestelijke. En in die geestelijke wereld meende men aanknopingspunten te hebben gevonden voor een dogmatische visie op het ideale uiterlijk. Ha, da's vreemd: fysiek zij minderwaardig, maar tegelijk diende het fysieke wel canonisch ideaal afgebeeld te worden. Nu wordt alles pas interessant als het ergens wringt, zo ook de Idealistische opvattingen. In het spanningsveld van realiteit en ideaal heeft Rafael een aantal evergreens nagelaten die er niet om liegen. Zie foto 6 bijvoorbeeld - meneer werd wereldberoemd met zijn ingetogen en toch zeer sprekende madonna's met kind. Je zou er haast een fysieke beleving bij ervaren, zo fraai. Fraai vanwege eenvoud, helderheid. Fraai vanwege de harmonie die de schilder naar mijn mening weet te bereiken tussen ideaal en werkelijkheid. Ik waardeer dus zeker de ambities van deze oude meesters, dat zij hun heil beproefden in de geestelijke wereld. Fysiek zonder geestelijk, ik moet er eerlijk gezegd niet aan denken!
Wat ik echter wat minder geslaagd vind, en misschien is dat een opvatting die ik zou moeten kunnen delen met de pre-rafaelieten, is dat Rafael zijn uiteindelijke producten altijd veel meer ontdoet van enige expressie dan bijvoorbeeld zijn studies. Zie foto's 3, 4 en 5.
Op de tekening van de vrouw in cotra-post is nog een zweem van een geopende mond te zien. Misschien teveel gelijkend op de hedendaagse pijpenkop, zodat Rafael nimmer dergelijke banale uitdrukkingen tot olieverf heeft gepromoveerd. In de bijgevoegde tekening van een man speelt hij met de spiertonus rond de ogen, waardoor het effect van een misterieuze,moeilijk te interpreteren glimlach ontstaat. Da's op zich toch heel wat interessanter dan zo'n uitgestreken Madonna, maar ook deze wulpse oopvatting van Rafael haalde nimmer het doek. En de laatste bijgevoegde tekening van een muze, foto 3, vind ik subliem in subtiliteit en haar tijd ver vooruit voor wat betreft het herkennen en weergeven van minimal cues in gelaatsuitdrukking.
Kijkt, en daar is het mij nu om te doen. Die kleine aanwijzingen, die vaak maar een fractie van een seconde waarneembaar zijn, en dan vaak ook nog slechts voor een geoefend oog, die een inzicht geven in de belevingswereld van de vertoner. Juist aan de hand van deze kleine cues vind het merendeel van de onbewuste communicatie plaats. En die onbewuste communicatie maakt op haar beurt weer het merendeel uit van ueberhaupt iedere communicatie.
Maar eerst nog even terug naar de pre-rafaelieten. Zij hadden bedacht dat Rafael en consorte eigenlijk toch wel waren doorgeschoten in hun ambities van het verwezenlijken van een ideaal. Waarom ze nu juist Rafael moesten hebben, is mij overigens niet geheel duidelijk, want als je behoefte hebt aan verzet tegen manierisme in het algemeen, dan kan ik nog wel een aantal smakelozer voorbeelden geven dan Rafael. Ik zou de pre-rafaelieten geheel vrijblijvend geadviseerd kunnen hebben hun pijlen eens te richten op de hellenistische grootheidswaan, maar dat is helaas buiten de realiteit.
Die pre-rafaelieten dus, zochten naar manier van schilderen die zij veronderstelden te zijn aanwezig in het era van voor Rafael, en die gekenmerkt werd door een hang naar zuiverheid van vorm conform de natuur en niet conform de geest. Zij verwierpen het Geistliche in de kunst (met dank aan Kandinsky) echter niet; in hun voorkeur voor literaire onderwerpen komt dit geestelijke aspect toch weer naar voren. Zie foto 2; de Ophelia van Millais, uit de Hamlet van Shakespear. Broeva, haro, zou Obelix roepen, want op dit punt lijkt het dat ik mijn goeroes gevonden heb in de pre-rafaelitische broederhoed. Nou, nee dus. Niet helemaal. Schilderen naar de natuur: prachtig. Analogieen met de literatuur: smakelijk. Gelijkvormigheid van smoelen: gadver. Ik had u beloofd de cirkel rond te breien en op dat punt ben ik nu ongeveer aangeland.
Ik vind het namelijk nogal stom om de schat aan bewust waargenomen uitdrukkingsmogelijkheden waarmee de psychologie ons verrijkt heeft, onbenut te laten in de kunst.
Freud heeft echter wat dit betreft al genoeg credits gehad in mijn beleving; ik vind dat hem eigenlijk al teveel eer is gegund door de surrealisten die ineens aandacht kregen voor de droomwereld van den mensch. Nou ja, het was ook wel een terechte ontwikkeling in de kunst, het surrealisme.
Bovendien kan ik het de pre-rafaelieten niet verwijten dat zij geen kennis hebben genomen van bijvoorbeeld een Paul Ekland, die zulke interessante smoelenboeken heeft geproduceerd. Want Ekland kenden zij helemaal niet. Een slap aftreksel van wat deze Amerkikaanse psychiater aan inzicht heeft verworven, wordt momenteel in de tv-serie Lie to me vertoond. Genieten van de liegende mens, ik kan het u aanraden.
Dus tadaaa! Daar gaapt het grote gat, de ultieme niche in de kunstemakerswereld, die schreeuwt om een adequaat antwoord. Kunst die de brutaliteit van de zichtbare, natuurlijke werkelijkheid weergeeft en tegelijkertijd zoekt naar manieren om de geestelijke wereld recht te doen. Ach, hoe moeilijk kan dat nou zijn. Dat antwoord zal ik dus wel even geven. Hoe lang ik daarover ga doen is alleen niet te voorspellen. Ik wou beginnen met een herinterpretatie van Circe Individuosa; lancering verwacht medio 2010.
Om u een eerste indruk te geven van hoe ik zelf met minimal cues meen te moeten omspringen, wil ik u los van de twee portretten die ik u in mijn eerste blog in deze serie toonde, graag een psychologische erupte mijner geest laten zien aan de hand van een betrekkelijk recent werk, foto 1. Uit veiligheidsoverwegingen heb ik in dit geval echter het gehele smoel weggelaten. Ik ga er daarbij vanuit dat u wel begrijpt wat ik bedoel.
Tot genoegen.
Signa inferre! Praege!
uw kather
Abonneren op:
Posts (Atom)