welcome

DIS DEABUS GRATIA







feel free to enjoy



feel free to react















vrijdag 29 januari 2010

Studium generale; lezing Nico Frijda

Lezing 260110
Nico Fijda over Emoties

Start met een act van twee mannen gehuld in geluid. Kan het niet direct plaatsen en zie zo gauw al helemaal geen aanknopingspunt voor wat ik hier als beginnend kunstenaar mee zou kunnen.
Ik zoek het voorlopig even in de metaforen: in een wereld van geraas en geruis zou ik het deksel kunnen lichten van donkere potten. Om onverwacht het licht toe te laten. Mja, sluit wel enigszins aan bij wat ik met mijn vak zou willen. Maar eerst een fundamentele orientatie op het begrip emoties.
Nico Frijda leidt behendig en routineus rond in de wereld van emoties en gevoelens. Ik mis de semantische link met het kinestetische: al wat emotie behelst doet bewegen. Of dat nou uitsluitend in een binnenwereld is, of juist ook daarbuiten. De professor besteedt alleen aandacht aan het bewegende aspect in de zin dat emoties leiden tot handelingsbereidheid. Zijn definitie: emoties zijn de perceptie van een waarneming (innerlijk of uiterlijk) die bepalen wat men doet, zou willen doen of nalaten. Hij maakt ook het onderscheid met gevoelens: die zijn de bewuste neerslag van dit proces. Waaraan herkennen we emoties? Ze zijn geleefd, worden beleefd, zijn vaak zichtbaar - soms slechts door minimal cue's in de mimiek of lichaamshouding - kunnen soms wel en soms niet in woorden uitgedrukt worden.
Relevant is ook hoe de emotionant zelf zich ten opzichte van de genoemde twee aspecten van emoties verhoudt. Hij of zij kan bijvoorbeeld bewust concluderen dat zijn/haar perceptie onjuist is ten aanzien van een waargenomen voorval. Dat kan zijn door rationeel ingrijpen op grond van mores: gij zult niet huilen bij het zien van een aangrijpende film. Met als effect een al dan niet verkrampt verhullen van de gevoelde emotie verdriet. Ook de mate waarin het aan emotie lijdend voorwerp bewust of onbewust denkt de gegeven situatie te kunnen beinvloeden, bepaalt hoe de ernst van de emotie wordt getaxeerd. Bij volslagen machteloosheid -al dan niet terecht zo ingeschat - dreigt als het ware de kans op een confrontatie tussen kont en krib het meest.
Maar niet alleen de perceptie van de emotionant kan leiden tot eventueel bewust ingrijpen op de gewaarwording van een emotie. Ook diens verhouding of diens betrekking tot het object van de emotie is bepalend voor wat hij uiteindelijk doet of nalaat. Bij naasten zal men zich, zoals bekend is, eerder vrijelijk laten leiden, of zo je wilt lijden, door ervaren emoties, dan in de abstracte context van een bedrijfsborrel.
Bovendien beschikt de emotionele mens over een grote variatie in gedragsmogelijkheden ten aanzien van een en dezelfde emotie. Bij boos kun je gaan knokken, maar je kunt je ook in je schulp terugtrekken.
Interessant is vervolgens, dat Frijda heeft geconstateerd dat er verschillende wetmatigheden ten aanzien van emoties bestaan. Tussen taxatie, perceptie en gedragsbereidheid, tussen de intensiteit van de emotie en ontsnappingskansen, tussen gedragsbereidheid en de relatie met het waargenomen object, tussen gedragsbereidheid en het belang of de betrokkenheid die men hecht aan de situatie enzovoort. Deze belangen van degene die de emotie ervaart worden doorlopend, cyclisch bewaakt. Signalen van plezier en displezier spelen daarbij een rol: als de emotie-eigenaar zich plezierig voelt, duidt hij dat als een teken van effectief functioneren. Bij displezier zou hij aldus een impuls ervaren om zijn gedrag aan te passen, gelet op zijn belangen.

Mooi, dat weten we dan. Althans, wat Frijda vindt en heeft ondervonden. Maar nu het uitgrutten van het nut dat ik er voor mijn toekomstige kunstenaarspraktijk, of mijn huidige kunstenaars lab van zou kunnen hebben.
Twee invalshoeken wil ik belichten: welke emoties drijven mij tot het produceren van een artefact en welke emoties zou ik willen oproepen bij mijn publiek?
U begrijpt het al: ik ga ervan uit dat emoties onvermijdelijk zijn. Als ik Frijda letterlijk neem dan leidt iedere gewaarwording tot een handelingsneiging. Dat zou dan betekenen dat mijn handelen en dat van mijn toeschouwers gebaseerd zijn op een ervaren emotie. En dat betekent dan weer dat zuivere rationaliteit, los van enige emotie niet bestaat. Ha, een stelling! Ik ben overtuigd van de juistheid, omdat de tijd van scheiding van lichaam en geest gelukkig reeds lang achter ons ligt. Toen - Descartes, renaissance - kon je er misschien nog mee aankomen, dat alle menselijke functies in aparte domeinen waren ondergebracht, nu is het zo dat een veelheid van erkend wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond, dat lichaam en geest, denken en voelen, hoofd en hart niet te scheiden zijn. Voor de goede orde: de gedachten over determinisme en het ontkennen van de vrije menselijke wil laat ik hier buiten beschouwing. Om kort te gaan heb ik daar welgeteld 1 argument voor: het zou nu te ver voeren en bovendien: dan ik dan wel ophouden met creatieve ideeen hebben want alles is toch al voorbeschikt. Dat waren er dus twee.
Dan nu: mijn emoties en ik, ik en mijn emoties in relatie tot mijn beoogde status als kunstenaar.
Luisterend naar Frijda, en kijkend naar de mannen met de donkere tonnen waarin het licht gevangen zat, ging ik na wat mijn emoties zijn die mij drijven, ja haast dwingen, tot scheppende explosies. Laat ik maar gelijk eerlijk zijn: een berg frustratie, ongenoegen, onverwerkt verdriet, eenzaamheid, machteloosheid en angst dringt zich gretig naar de oppervlakte. Mag dat, kan dat eigenlijk wel, egocentrisme als basis voor kunst ? Wat vind je zelf, zeg ik dan tegen mezelf, en dan luidt het antwoord dat ik ook hiervan denk dat het onvermijdelijk is. Tuurlijk, bij mij is het allemaal hoofdzakelijk vanuit displezier geboren, de farizeeers onder u hoef ik niet eens meer uit te nodigen tot een kastijding, dus het is duidelijk dat ik handel vanuit onvermogen. Of toch niet? Neen! Op het moment dat ik naar de Academie gestuurd werd door derden, was het wel zo dat ik al dat displezier niet bewust meer labelde als diep treurig. Ik heb er last van gehad, zeker, ik heb mijn littekens, ik ben gehavend en beschadigd, maar ik ben mij ook de levensstroom bewust die mij langs deze diepe dalen leidde, en die mij gebracht heeft waar ik nu ben.
Kan het dan nooit eens positief, maak eens een keer iets vrolijks, hoor ik u al denken. Nou, let op: ik geniet me te pletter als ik de disbalans van de wereld in beeld probeer te brengen met het CO2-lasapparaat, of als ik de lijdende mens met een van verdriet verzopen blik op het doek weet te plakken, onder het wakend oog van de Christus van Rio. Geen leedvermaak, niks daarvan, ook geen masochisme! Maar een diep gevoelde verbondenheid met de betekenis van lijden en de dankbaarheid dat ik daar kennelijk toch wat mee kan doen. En trouwens: ook ik heb een Monet-achtige periode gehad, waarin ik louter kleur en schoonheid naar voren wenste te toveren, ik verder niemand lastig viel met innerlijke ongemakken.
Kijk, daar kan ik mij mooi legitimeren met een verwijzing naar de opvattingen van Frijda: ik voel mij verbonden met de wereld (het universum, God en het Al - ach laat mij nou toch) en dus kan ik volgens hem terecht stellen dat mijn waarden en normen convenieren met de rest van de goegemeente. Wie had dat ooit hardop over mij durven beweren?
Zo, en dan nu de emoties van mijn toeschouwers, mijn nu nog anonieme publiek. Want familie, vrienden en studiegenoten reken ik niet tot mijn uiteindelijke doelgroep. Hoewel, je weet maar nooit.
Bij een 180-graden evaluatie in mijn duistere verleden, is wel naar voren gekomen, dat ik de confrontatie niet schuw. Maar, maar: ik streef tegelijkertijd naar harmonie. Een combi die niet vaak gemeten wordt. Hoe zit dat dan bij mij? Ik wil graag blootleggen, verhelderen (katharina is mijn naam, de reine -hie!), bewust maken en dan de grote catharsis: een verandering, een gedragsgeneigdheid teweeg brengen die bijdraagt aan de transcendentie der menschheit. Geen geringe opgave, dat weet ik wel, maar ik heb geleerd met kleine dingen tevreden te zijn. Geloof ik.
Waarvan dient de mensch zich dan volgens mij bewust te worden?En hoe dacht ik dat dan wel niet voor elkaar te krijgen, nou?!
Gewoon van alles. Verwijt u mij gerust kleuterschool simplisme, maar zo zie ik toch het wezenlijke der dingen: een uitdaging om het eigen functioneren in relatie tot de omgeving bewust te worden en daarbij vooral te streven naar het goede. Dat kan zijn door het koken van een geslaagde maaltijd, maar ook door een oprechte prent, bouwsel of anderszins constructie.
Vooralsnog ben ik niet heel erg gefocust in mijn missie naar de wereld. Ik schiet met gemak heen en weer tussen verbeelde verkrachtingen, doorgestoken sprookjes, de emoties van een theepot.
Daar moet ik dus nog wel even verder aan werken, want ik word geacht om een eigen stijl, een eigen lijn te ontwikkelen. Voorlopig doe ik het -de kunst dus - vooral intuitief. Alles is een inspiratie, opdrachten zijn er nu nog om de grenzen op te zoeken en te overschreiden. Ik ben gewoon lekker aan het spelen. Werkt dat dan? Voor mij wel in ieder geval. Zoals gezegd: ik geniet me suf. En de effecten op mijn omgeving zijn er ook. Zo heb ik een klasgenoot een week lang aan de gang gehouden met mijn fotoserie over alledaags bloed. Ik ga binnenkort een borrel met haar pakken.
U begrijpt: ik hou het graag simpel en overzichtelijk. Ook dit was mij een genoegen. Wordt vervolgd. Ik kom nog terug met mijn gedachten over de artistieke attitude die studenten aan een kunstacademie zouden moeten verwerven.

Uw kather

dinsdag 26 januari 2010

studium generale

ik ben benieuwd wat dit allemaal wordt...