welcome

DIS DEABUS GRATIA







feel free to enjoy



feel free to react















vrijdag 24 december 2010

galerij der overledenen - de kerstgedachte







In deez' donkere, wit-gedekte dagen wil ik u kennis laten nemen van enige diepzinnige kerstgedachten. Uiteraard omgezet in 2d-beeld.


Een goede bekomst,

uw kather

dinsdag 14 december 2010

J.W.Waterhouse; wat vrijheid vermag...
























In een eerder blog toonde ik u al De Magische Cirkel, een schilderij dat Waterhouse maakte in 1886 (zie foto twee blogs geleden).

Ik sta nu opnieuw stil bij dit doek, omdat het eveneens de heks Circe verbeeldt en omdat het dusdanig afweek van de toen op de Academie heersende canon, dat het voor nogal wat onrust zorgde.
Wat is namelijk het geval? Waterhouse had bij het schilderen van deze Circe gebruik gemaakt van platte penselen, een handelswijze die hij had afgekeken van bijvoorbeeld de franse schilder Bastien-Lepage (foto 2). Dunne, vloeibare verf werd kennelijk snel op het doek aangebracht, met de bedoeling om een spontane en levendige indruk te wekken bij de toeschouwerd. Maar zoals u natuurlijk al op uw kouwe klompen aan voelt komen, werd op deze techniek nogal neergekeken door de Engelse Academies. Precisie en vakmanschap, dat was je ware! En volgens sommigen heerste er een xenofobe angst voor elke buitenlandse nieuwlichterij.

Maar wat is nu zo opmerkelijk ten aanzien van De Magische Cirkel? Het doek werd ondanks de verwachting van vlijmscherpe kritieken toch goed ontvangen. Sterker nog: het werd aangekocht door een chique gezelscap, de beheerders van het Chantrey-legaat, die meenden dat het schilderij een plaats had verdiend in de nationale collectie. Daar ga je dan met je nobele principes! De deur naar impressionistische tendensen is gevaarlijk open gezet. In de achtergrond zien we namelijk dat Waterhouse gebruik maakt van doffe tonen en dat vorm oplost in kleur, een kenmerk dat we bij het impressionisme ook ruimschoots aantreffen. Nog even en we tuimelen in de afgrond van ketterse, heidense goddeloosheid en zijn onze trots geconserveerde tradities verkwanseld...

Is het daarom zo slim dat Waterhouse voor magische onderwerpen kiest? Twee jaar later schildert hij zijn bekendste schilderij: De Vrouwe van Shalot (foto 3). Op dit doek verbeeldt Waterhouse het gedicht van Tennyson, dat zo'n vijftig jaar eerder was uitgekomen. Door de veranderingen in de strenge Victoriaanse maatschappij, was er in Engeland een opkomende belangstellling voor ridderverhalen. Het verhaal van de Vrouwe van Shalot (jonkvrouw zit in toren; mag alleen via spiegel naar buiten kijken; ziet Lancelot, wordt verliefd, kijkt toch; oeps; moet dus dood) geeft de spanning aan waarin zich emanciperende vrouwen bevonden: tussen puriteinse beheersing van lichaam en geest en de noodzaak om aan natuurlijke driften toe te geven. Vertaald naar het schilderkunstig discours leverde dit een strijd op tussen de academische schilders en de vrijdenkers die meer verhalend en geengageerd wensten te werken.

Waterhouse weet met zijn mythische taferelen zijn publiek indertijd daadwerkelijk te betoveren; hij oogst waardering waar anderen zeker verguisd zouden zijn geweest. En door de onconventionele manier van schilderen van de achtergrond, maar ook van het kleed van Circe, vestigt hij de aandacht op het eigenlijke onderwerp: de dramatiek van de heks die de wereld ik weet niet wat aandoet haar magische gebaren.

Nou moet mij persoonlijk van het hart, dat ik meestal niet zo onder de indruk ben van stennis in schildersland. De hele kunstgeschiedenis door denken een aantal vooraanstaande schreeuwerds, dat we met schokkend nieuwe ontwikkelingen te maken hebben, dat de wereld nooit meer zou zijn als voor de geboorte van het laatste, nieuwe, al het overige overbodig makende product van een niets-vermoedende verfmengerd uit een of ander achteraf-tijdperk. Ha! Wie denken ze wel niet dat ze zijn! Of, mea culpa, wie denk ik wel niet dat ik ben.
Welnu, ik noem u wat voorbeelden. Voorbeelden van vervloekte bedreiging van de gevestigde orde, tevens ingehaald als hemels manna der vernieuwing. Let op.
Zo is daar in onze vaderlandse kunstgeschiedenis ene heer Hals. Waaghals, als het gaat om penseelvoering, compositie, uitdrukking, symboliek. De rederijkers waren met zijn allen not amused (foto 1). Hals nam de vrijheid, en naar mate hij ouder werd ging hij daarin steeds verder, om af te zien van de manieristische schilderstijl van voor de barok. Hij streefde naar meer beweeglijkheid en vervorming dan tot dan toe formeel was erkend als zijnde kunstzinnig. Toch goed gelukt, nietwaar?
Een willekeurige sprong in de tijd, doet mij denken aan vroeg-abstracte beelden zoals de Venus van Willendorf. Wellicht tot inspiratie geweest van een Rubens, een Wolkers, een Botero, een van der Leeden? Maar toen was er geen elite, die het zich kon permiteren om er publiekelijk schande van te spreken als er bijvoorbeeld een borst zou worden vervangen door een voetbal. Nog even afgezien van het feit, dat voetballen toen nog niet waren uitgevonden.

Wat ik hiermee wil zeggen, is dat ik het mij op dit moment permiteer om een kanttekening te plaatsen bij de zelf-overtuiging van de geachte dames en heren kunstcritici en canonisten. Heeft er nou werkelijk niemand van dat hele clubje door, dat ze zichzelf al eeuwen gruwelijk aan het herhalen zijn, en dat waarschijnlijk ook nog eeuwen zullen doen.
Wacht effe. "En dat waarschijnlijk ook nog eeuwen zullen doen"?? Dus ook ik moet na vier, vijf volzinnen constateren dat er gewoon geen reet aan te doen is. Fok. Nou, als jullie dan in ieder geval mijn producten maar ergens tussen hemel en hel plaatsen, dames en heren kunstkritisch publiek, en als jullie daarbij ook nog heel veel willen betalen voor wat ik gemaakt heb, of in ieder geval anderen zo beinvloeden dat zij dat gaan doen, dan zullen jullie mij niet meer horen mekkeren. Afgesproken?
Daarom toon ik bijgaand alvast twee van mijn nieuwste creaties, die ik bij deze beschikbaar stel voor de markt. Het betreft mijn reactie op de toewijzing van het WK voetbal in 2000 en nog wat.
Als u mijn rekeningnummer nodig heeft, hoor ik dat graag.


Met de meeste hoogachting,

uw kather