welcome

DIS DEABUS GRATIA







feel free to enjoy



feel free to react















woensdag 10 februari 2010

studium generale; angst en kunst











Likkebaardend keek ik uit naar de lezingen over het thema Angst in relatie tot de kunst. Ik heb daar zelf namelijk ook wat mee. Niet omdat ik zo'n poepbroek ben, integendeel. Zoals ik eerder al aangaf zoek ik graag grenzen op, ga er het liefst nog even overheen, en voel me daarbij niet beperkt door enige op angst gebaseerde cognitie, ethiek of klinische overweging.
Akkermans vertelt dat hij ooit als outsider is gekwalificeerd. Een begrip dat hem op een hoop dreigt te gooien met de psychisch verstoorden en hem zonder meer buiten spel neigt te zetten. Vond hij wel confronterend toen het hem overkwam, maar gaf ook de ruimte om zich niets van conventies aan te trekken. Nina Yuen heeft een getraumatiseerde jeugd, dus dat is ook al geen opgewekte binnenkomer voor aanstormend kunstenaars. Ik voel me getriggerd: zijn alle gewonden onder ons dan al op voorhand gediskwalificeerd in de strijd om erkenning als beeldend kunstenaar? Dat roept om bezinning!

Ik ben nu benieuwd naar welke rol angst in de kunst speelt, hoe zij daarin effectief kan zijn.
Ik wil niet alleen weten wat hierover in zijn algemeenheid gezegd kan worden, maar ik wil ook wel kwijt welke rol angst speelt in twee van mijn eigen producties.
Zullen we het nog een keertje wagen? Vooruit, nog een onderzoekje naar drijfveren. Voor degenen die hopen dat ik zal komen met een feitenrelaas, diagnostiek of therapeutische analyse over hetgeen mijzelf aangaat: die kan ik alvast teleurstellen. Want dat doe ik lekker niet.
Wel wil ik ingaan op waartoe angst mij in casu gedreven heeft.
Ten eerste wil ik de vraag beantwoorden wat angst is - waar hebben we het eigenlijk over; welke angst kan een rol spelen in de kunst gericht op de toeschouwer. Vervolgens wil ik binnen de grenzen van dit bestek een poging doen om te onderzoeken hoe effectief kunst dan wel niet is in dit opzicht.
En tot slot wil ik wat laten zien van wat ik zelf gemaakt heb, waarbij angst een rol heeft gespeeld.
Komt 'ie.

Wat is angst, welke vormen worden wel onderscheiden? En welke zijn relevant voor de kunst-bussines?
Nu kan ik mij terecht beroepen op Emmelkamp, hoogleraar klinische psychologie aan de UvA.
Uiteraard grijpt hij in zijn boek Angst, fobieen en dwang, Bohn Stafleu van Loghum 1995, terug op de DSM IV, het diagnostisch handboek voor peuteraars. We vinden een indrukwekkend lijstje van angststoornissen: paniek, agorafobie, specifieke fobie, sociale fobie, obsessief-compulsieve stoornis, post-traumatische stressstoornis, acute stressstoornis, gegeneraliseerde angststoornis, middelen-geinduceerde angststoornis, angststoornis niet nader omschreven. Maar: dat zijn dus de ziekelijke verschijningsvormen, althans die vormen van angst die professionele aanpak behoeven.
De meer alledaagse vormen van angst zijn te relateren aan genoemde categorieen, maar dan in een niet verontrustende, hulpbehoevende vorm. Arousal en de neiging tot vluchtgedrag zijn kenmerkend, ook als het allemaal wel mee lijkt te vallen met die angst.
Mocht je nu als kunstenaar de onstuitbare drang hebben om je bezig te houden met 2 of 3D geprojecteerde angst, begeef je je dan op een heilzame route? Heeft het enige zin om de ambitie te hebben, zoals Akkermans vertelde en zoals ik die zelf ook meen te ervaren, om je publiek aan te spreken op haar verantwoordelijkheidsgevoel. Is het ijdele hoop om met een prent of andere uitbeelding de angst bij je publiek aan te boren, in de verwachting dat ze er wat mee kunnen, whatever that may be?
Volgens Emmelkamp helaas wel. De serieuze angstgevallen kunnen behandeld worden met cognitieve- en/of gedragstherapie, met exopsure in vivo, met imaginaire exposure, met flooding, met systematische desensitisatie, met relaxatie, sociale vaardigheidstraining en gelukkig zijn er ook altijd nog pillen. Het is echter niet eenduidig vastgesteld welke behandelingen of welke combi's daarvan het meest effectief zijn. Ook de follow-up resultaten geven een wisselend beeld. Is het dan hopeloos voor alle lijders aan Angsten? Nee: zeer kort door de bocht gesteld is heil vooral te verwachten van exposure-therapie als het gaat om fobische angsten. Voor de getraumatiseerden ligt dit ongelukkigerwijs heel wat complexer. Judith Herman zet dit prachtig uiteen in Trauma en Herstel, Wereldbibliotheek 1993. Voor genezing van deze ernstige gevallen is wat haar betreft een sociale relatie waarin verbondenheid wordt ervaren onmisbaar.
Maar nu de relevantie voor de kunst en het publiek van gewone stervelingen. Ik ga ervan uit dat angst een ieder bekend is. Dus de stelling dat iedere toeschouwer bekend is met het fenomeen lijkt mij gerechtvaardigd. Voor de overzichtelijkheid deel ik het publiek in in twee categorien: zij met fobie-achtige angsten en zij die een trauma hebben geleden, zonder dat zij hierbij de status van patient hebben verworven. De alledaagse fobieen en trauma's dus. De prevalentie van de ziekelijke varianten is over het algemeen zo rond de enkele tot een tiental procenten van de populatie. Dat treft dan extra, want zo kan de kunstenaar wellicht ook nog enig helend werk verrichten. Hoe dan? Vooraleerst als hij met zijn of haar werk een gevoel van verbondenheid weet op te roepen bij de toeschouwer. En voorts ook als hij of zij ook maar iets van exposure effecten in het werk weet te verankeren. Dan zou je al goed moeten zitten. Dat zou als volgt moeten werken: kijker ziet beangstigende voorstelling - kijker (her-)beleeft zijn angst, kijker snapt dat er eigenlijk niets aan het handje is of voelt zich verbonden met lotgenoten - kijker kan gelouterd weer voort.
U zegt het al: daar lijkt iets niet helemaal te kloppen. Ten eerste worden afweerreacties onderschat: wie geen zin heeft om te voelen verdringt de ervaring. En ten tweede is het nog maar de vraag tot wat voor een fraais die loutering wel niet zou moeten leiden. Het is een zeldzaamheid dat mensen door een Aha-erlebnis op het gebied van angst zich in eens bewust zijn van de eigen verantwoordelijkheid ten opzichte van dit gevoel. Laat staan dat zij ten opzichte van hun medemensen die verantwoordelijkheid plotsklaps zouden gaan ervaren en practiseren.
Dat neemt niet weg, dat in mijn opvatting ook kunst, juist kunst, een waardevolle bijdrage kan leveren aan de bewustwording van de mensheid. Waar individuele doorbraken niet uit te sluiten, maar wel sporadisch zullen zijn, is een bijdrage aan de maatschappelijke bewustwording in de geschiedenis toch heel nuttig gebleken. Denk maar aan de weergaloze weergave van mythische angsten door renaissance en barokschilders: zo weten wij wat ons bezig heeft gehouden en nog steeds kennelijk bezighoudt.

En dan nu mijn eigen bescheiden ambities om mensen te raken met wat ik maak. Ik laat u twee producties zien waarbij angst een rol heeft gespeeld.
De eerste is een prent van een bejaard stel, dat zich in een ruimte bevindt die weinig houvast lijkt te bieden. Het perspectief is vertekend. Er is wel uitzicht op een horizon, maar daar heerst een bedriegelijke kalmte van een rollende zee.
De vrouw is verbeten - ik laat in het midden of zij nu zwaait, of zij haar evenwicht op het hoofd van haar partner zoekt met haar linker arm, of dat zij een mep wenst uit te delen. De man is bang, ik hoop dat dat duidelijk is. Als een kind onder de arm van zijn zwaarwichtige moeder, bliekt hij met angstogen de wereld aan. Enige troost voor hem is dat zijn mond zich op haar tepelhoogte bevindt. Ik koester overigens weinig pretenties ten aanzien van dit schilderij, omdat het bij de beoordelingen nog als te onduidelijk van vorm werd gedefinieerd. Het gaat mij hier nu slechts over mijn achterliggende bedoelingen van verbeelding.
Een recenter werk is dat van een sprookje van de gans en de reus, dat nog in wording is. Hier doe ik een appel op gevoelens van weerzin, die dicht bij angst liggen, door het vrouwelijke element als prinses-achtig wezen in een gans te vangen, en het mannelijk element te laten samenvallen met de vorm van een fallus. Mocht het u bij eerste aanschouwing ontgaan zijn: de man zit met zijn vinger in het hol van het toverbeest. Natuurlijk zullen sommigen van u afknappen op de way over the top symboliek die ik kies. Ik verontschuldig mij dan met een beroep op de verwarring van vorm en inoud die ik hier aan de dag heb willen leggen. Bovendien hoop ik dat u zich gesust voelt bij de sprookjesachtige uitstraling van het geheel. Mijn enige doel was de menselijke sexualiteit in een vervreemdend verband te plaatsen. Dat u het maar weet.

Tot zo ver. Ik wilde niemand al te zeer in angstige verwarring brengen. Het was mij weer een genoegen.

Uw kather

2 opmerkingen: