welcome

DIS DEABUS GRATIA







feel free to enjoy



feel free to react















woensdag 21 april 2010

studium generale; jair tchong, afrikaanse muziek en het ontkende concept
















Jair Tchong is een man met een exotische naam en een exotische historie. Hij bereisde een aantal landen in Afrika, op zoek naar zijn eigen inspiratie als het gaat om muziek. Daar schrijft hij als journalist over in onder meer de Groene Amsterdammer en het Parool.


Tchong laat fragmenten horen van Fela Kuti, een Nigeriaanse muzikant, van Franco Kongo uit Congo en van anderen.
Hij legt een verband tussen slavenhandel en Afrikaanse muziek: door de transporten naar de Amerika's zijn bijvoorbeeld Cubaanse invloeden traceerbaar in de rumba congolaise.
Tegenwoordig horen we steeds meer rap en hiphop opklinken van de Afrikaanse vlaktes. Een gevolg van de integratie van de huidige westerse voorliefde voor monotone dreunen, maar dan gecombineerd met vaak nog herkenbare Afrikaanse motieven.
Tchong vraagt ons mee te denken over de perceptie van Afrikaanse rap: velen noemen het commerciele succes hiervan op voorhand kansloos, omdat het niet te verstaan is, want niet in het engels. De ongeschreven regels van de kunst dicteren kennelijk dat we het minstens moeten kunnen volgen wat er in een mic geboerd wordt, want anders haken onze Pinkpop-jongeren gewoon luchtigjes af.
Daar staat tegenover dat de invloed van kunst-critici in de muziek volgens Tchong tanende is; mensen kiezen uit het wereldwijde aanbod aan muziek zelf waarnaar ze luisteren en schijnen zich minder aan te trekken van voormalig gezaghebbende opvattingen over hoe het hoort.
Omdat muziek volgens een door Tchong getoonde stelling van nature onmiddellijk is en fysiek, gaat het een directe relatie aan met het hele lichaam. Daardoor kan muziek niet conceptueel of intellectueel zijn. Muziek is het domein van het gevoel, het sensitieve, het sublieme. Het hoeft niet begrepen te worden, ze is onuitspreekbaar.

Maar daar blijf ik toch even haken. Ik herken dat muziek mij eerder fysiek raakt, dan rationeel. Dat vind ik ook het mooie van het medium. Echter: de getoonde beelden van een westerse rapper die ondersteund wordt door Afrikaanse muzikanten, roept bij mij fysiek een herinnering op - inderdaad: het lichaam heeft zo haar eigen geheugen - aan de boor van de tandarts die voortdurend op dezelfde zenuw zit te poeren. Daar word ik niet blij van, sterker nog: dan bekruipt mij het gevoel dat ik kennelijk iets niet snap van wat via mijn gehoor mijn systeem binnen dringt, en ben ik geneigd om te gaan nadenken. De teksten waren dan wel in het engels en hier en daar voor mij zelfs te verstaan, maar ik kon er geen touw aan vastknopen. Welk idee ging hier achter schuil? Tchong liet het bedoelde fragment horen om aan te kunnen tonen dat westerse neigingen samen kunnen gaan met Afrikaanse tradities en dat de afzonderlijke elementen herkenbaar blijven.
Ik heb dan toch meer het gevoel dat er sprake is van een invasie van een koloniale geest in de subtiele wereld van juichende gitaarweefsels en de metafysica van oerritmes. Ik ervaar een dergelijk samengaan van stijlen niet als een verrijking, maar haast als een geweldadige inbezitname.
Het plezier van de muzikanten, of de toewijding zo u wilt, was overigens wel duidelijk leesbaar voor mij. Evenals de passie van Tchong.

Maar wacht even: hier geen meningen doch louter ontwikkelingstendenzen ten opzichte van mijn eigen werk.
Ik raak het spoor een beetje bijster van het verband van de lezingen en het thema van studium generale: het misverstand over emoties en kunst. Het lijkt mij evident dat muziek gevoelens vertegenwoordigt en aanboort. Maar wat te doen als de toegankelijkheid van hetgeen te berde wordt gebracht, gerelateerd is aan achtergrondkennis, het volgen van hypes, het begrijpen van de bedoeling van het idee van een stampende tekstweergave?
Dan komen we toch weer aardig dicht in de buurt van wat de conceptuelen beogen. Een kunst waarin de ideevorming, de omgeving, de gebeurtenis of het ten uitvoer brengen van een act centraal staat en niet zozeer, of niet langer, aandacht wordt gevraagd voor de kwaliteit van de feitelijke weergave. In mijn beleving soms hoogst megalomaan, soms verrassend. Maar zelden ervaar ik dat fysieke gewaarworden dat muziek met mij kan doen. Mogelijk een kwestie van smaak, meer waarschijnlijk een kwestie van begrip in mijn geval.
Kijk, nu ben ik nog veilig gedekt door de context van een opleiding, hoef ik het nog allemaal niet te snappen of te kunnen, maar ik zie mij wel voor een levensgroot paradigma geplaatst. Hoe verbuig ik de modelvorming naar eigen hand, op een begrijpelijke manier, zodat mijn schepsels iets toevoegen aan de menselijke bewustwording?
Sorry, maar ik heb geen idee. Ik doe ook maar wat, dat mag nu toch ook nog?

Net als in de vreemde melange van westerse en Afrikaanse stijlen, gooi ik elementen op een hoop, zaai verwarring, stuit op sternum en hoop tot u door te dringen. Ik kan nog niet beter en ik weet nog niet beter. Maar mijn passie is voor sommigen zichtbaar.
Ik gun u wederom een blik in mijn studio en wil u een fotoserie tonen waarin een van mijn schilderingen is opgenomen. Er valt weinig aan te snappen. Ik hoop slechts dat u gewaar wordt wat ik voelde toen ik het maakte.
Voor de concepttijgers heb ik wel enige aanwijzingen: op zoek naar de verbeelding van eenzaamheid en een gebrek aan samenhang, kwam ik uit in een bunker. En plaatse daar mijn eigen bunker..Slechts de randen van foto's of papier vormen een kader.


Tot later, ik wens u een voorspoedige integratie,

uw kather

Geen opmerkingen:

Een reactie posten